Een jaar lang keek ik dagelijks colleges van Jordan Peterson, een Canadese psycholoog die inzichten uit de filosofie, psychologie, theologie, mythologie, wereldgeschiedenis en literatuur naadloos in elkaar verweeft. Centraal staat de eeuwenoude vraag: hoe moet je leven?
Om zijn denken toegankelijk te maken voor een breed publiek heeft hij een boek uitgebracht: 12 regels voor het leven: een remedie tegen chaos. Hierin heeft hij zijn antwoord gedestilleerd tot twaalf regels.
‘Regels? Maar dat is toch niet van deze tijd?’ vraag je je misschien af. Ja, regels. Het is een normatieve ethiek. Hij schrijft werkelijk voor wat bijdraagt aan een betekenisvol bestaan, gebaseerd op wetenschappelijke en filosofische inzichten.
De komende tijd zal ik alle twaalf de regels bespreken. Hieronder volgen vast de eerste negen.
Inleidende opmerkingen
De regels. Uiteindelijk draait het niet écht om de regels. Ze zijn veelal een begin- of eindpunt van een gedachtegang. Zonder de gedachtegangen zijn de regels weinig meer dan clichés, vandaar dat ik die hele gedachtegangen bespreek.
Andere denkers. In de tekst staan verwijzingen naar ideeën die aansluiten of contrasteren met de ideeën van Peterson. Deze verwijzingen zijn veelal van mijn hand, bedoeld om te laten zien hoe zijn denken zich verhoudt tot die van anderen.
Kanttekeningen. Deze bespreking is niet slechts een samenvatting van het boek. Alhoewel ik gecharmeerd ben van sommige van Petersons ideeën, vliegt hij minstens net zo vaak flink uit de bocht. Daarom plaats ik wanneer nodig kanttekeningen, waarin ik mij kritisch verhoud tot de gepresenteerde gedachtegang.
Inhoudsopgave
Regel 1 / Sta rechtop, met je schouders naar achteren
Regel 2 / Behandel jezelf als iemand voor wiens zorg je verantwoordelijk bent
Regel 3 / Sluit vriendschap met mensen die het beste met je voorhebben
Regel 4 / Vergelijk jezelf met wie je gisteren was, niet met wie iemand anders vandaag is
Regel 5 / Laat je kinderen niet iets doen waardoor je de pest aan ze krijgt
Regel 6 / Zorg dat je huis op orde is voordat je kritiek spuit op de wereld
Regel 7 / Streef na wat betekenisvol is (niet wat opportuun is)
Regel 8 / Vertel de waarheid, of lieg in ieder geval niet.
Regel 9 / Ga ervan uit dat degene naar wie je luistert iets weet wat jij niet weet
Regel 10 / Wees precies in wat je zegt
Regel 11 / Laat kinderen die skateboarden hun gang gaan
Regel 12 / Aai een kat wanneer je er eentje tegenkomt op straat
Regel 1
Sta rechtop, met je schouders naar achteren
Mini-samenvatting
Dit hoofdstuk gaat over kreeften. (En over hoe we daar meer op lijken dan we beseffen.) Ze leven in dominantiehiërarchieën, net als wij. Degenen aan de top hebben verreweg het meeste (voedsel, vrouwtjes, schuilplaatsen, etc.), net als degenen aan de top in onze wereld.
Ongelijkheid is dus een fundamenteel onderdeel van de natuur. Dit betekent niet dat ongelijkheid geen probleem is, alleen dat de oorzaken dieper liggen dan onze sociale structuren – en dus niet louter de schuld is van kwaaie kapitalisten. Kreeften hebben al ongelijkheid!
Net als kreeften zijn we ons van onze status bewust. Sommigen bungelen onderaan de dominantiehiërachie. Door tegenslag raken ze in een zelfversterkende negatieve cirkel. Zij ervaren meer stress, worden vaker ziek en hebben minder partnerkeuze.
Klote, dus. Wat te doen? Rechtop staan, zowel metaforisch als letterlijk.
Het voorgerecht: de kreeft
Wat gebeurt er als je werkelijk verloren hebt? Je druipt af. Ineenkruipen na een nederlaag, wij doen het, maar wij waren niet de eersten. Petersons protagonisten van het eerste hoofdstuk, kreeften, deden het 350 miljoen jaar geleden al. Ter vergelijking: 65 miljoen jaar geleden waren er nog dinosaurussen.
Peterson beschrijft hoe kreeften op de bodem van de zee leven. Goede verstopplekken zijn schaars, maar van levensbelang. Tijdens verkenningstochten stuiten kreeften soms op elkaar. Wat ontstaat is een dominantiestrijd. De kreeft:
begint rond te dansen als een bokser, waarbij hij zijn scharen opent en weer dichtklapt, achteruit beweegt, voorwaarts beweegt, zijwaarts beweegt en zich, met open scharen heen en weer zwaaiend, aan zijn tegenstander spiegelt. Tegelijkertijd spuit hij bijzondere straaltjes vloeistof vanuit vaatjes onder zijn ogen naar zijn tegenstander. Die vloeistof bevat een mengsel van chemicaliën die de andere kreeft informeren over zijn grootte, sekse, gezondheid en stemming.
Soms werkt de boksersdans en de chemische uitwisseling van informatie de-escalerend. Eentje trekt zich terug. Soms niet. Peterson beschrijft hoe de strijd dan intensiveert. Klauwen zwaaien in het rond. Trekt niemand zich terug? Escalatie. Ze proberen elkaar op de rug te leggen. Lukt dit niet of geeft de verliezer nog niet op? Nog verdere escalatie. Nu wordt het ware strijd waarin een of beide kreeften heftig, of wellicht dodelijk, gewond zal raken.
Interessant is wat er met de verliezer gebeurt na zo’n heftige strijd:
Een verslagen tegenstrever verliest soms wel voor dagen zijn zelfvertrouwen. Soms kan de nederlaag zelfs nog ernstigere gevolgen hebben. Als een dominante kreeft een zware nederlaag heeft geleden, dan lost zijn brein in feite op. Vervolgens groeit er een nieuw onderworpen brein – een brein dat beter past bij deze nieuwe nederigere positie. Het oorspronkelijke brein is eenvoudigweg niet ontwikkeld genoeg om de transformatie van heer en meester tot ondergeschikte te volbrengen zonder nagenoeg volledige desintegratie en vernieuwing. Iedereen die wel eens een pijnlijke transformatie heeft meegemaakt in zijn liefdesleven of carrière kan misschien wel enigszins meevoelen met het eens zo succesvolle schaaldier.
Het zijn hormonen die dit gedrag veroorzaken, dezelfde hormonen die een cruciale rol spelen in het managen van onze gemoedstoestand. Sterker nog, Peterson wijst op een opmerkelijk onderzoek dat laat zien dat het toedienen van antidepressiva verslagen kreeften opvrolijkt en strijdbaar maakt.
De dominantiesoep: de winnaar neemt het allemaal
Vanaf hier maakt Peterson de denkbeweging naar ongelijkheid. Winnende kreeften staan bovenaan de dominantiehiërarchie en hebben het goed voor elkaar:
Het duurt niet zo lang voordat kreeften elkaar op de proef hebben gesteld en weten met wie ze de confrontatie aan kunnen gaan en om wie ze met een wijde boog heen moeten lopen – en zodra ze dat weten, wordt de daaruit voortspruitende hiërarchie steeds stabieler. Als een kreeft eenmaal heeft gestreden en als winnaar uit de bus is gekomen, hoeft hij alleen maar op een dreigende manier met zijn voelsprieten te wiebelen, en een voormalige tegenstander zal voor zijn ogen in een zandwolkje verdwijnen. Een zwakkere kreeft zal zijn pogingen staken, zijn lagere status accepteren en zo zijn ledematen sparen. De topkreeft daarentegen – die het beste onderkomen bezet houdt, comfortabel kan uitrusten, van een goed maal kan genieten – etaleert zijn gezag door parmantig door zijn territorium te schrijden en ondergeschikte kreeften ’s nachts in hun schuilplaats te storen, alleen maar om ze te laten voelen wie er de baas is.
De succesvolle kreeften hebben een onevenredige hoeveelheid schuilplaatsen en aanbidders. Ze hebben bijna alles. Volgens Peterson hebben vrouwelijke kreeften het selectieproces van het kiezen van een geschikte partner uitbesteed aan de mannetjes. Zij mogen het uitvechten en de vrouwtjes werpen zich aan de voeten van degenen die er bovenuit steken.
Zulke dominantie hiërarchieën spelen volgens Peterson een cruciale rol in evolutie:
Dat betekent dat hiërarchieën in dominantie een essentieel permanent onderdeel van de omgeving zijn waaraan alle complexe levensvormen zich hebben aangepast. Een derde van een miljard jaar geleden waren breinen en zenuwstelsels relatief eenvoudig. Niettemin hadden ze al de structuur en de neurochemie die noodzakelijk zijn om informatie over status en maatschappij te verwerken. Het belang van dat feit kan nauwelijks worden overschat.
Het hoofdgerecht: de mens
Ook bij mensen speelt de dominantiehiërachie een cruciale rol. 1% van de bevolking heeft evenveel rijkdom als de onderste 50%.
Als het om geld gaat, kennen we dit soort statistieken allemaal. Maar – en dit is een cruciaal punt – volgens Peterson geldt dit niet alleen voor geld:
Hetzelfde brute principe van ongelijke verdeling geldt buiten het financiële domein–inderdaad, overal waar creatieve productie nodig is. De meerderheid van wetenschappelijke artikelen wordt gepubliceerd door een hele kleine groep wetenschappers. Een kleine fractie van de muzikanten produceert vrijwel alle commerciële muziek. Slechts een handvol auteurs verkoopt alle boeken. Anderhalf miljoen verschillende titels worden ieder jaar in de Verenigde Staten verkocht. Echter, slechts vijfhonderd hiervan verkopen meer dan honderdduizend exemplaren.
Dit principe wordt soms ook wel Price’s law genoemd, of the Matthews Principle. Degenen die veel hebben zullen meer krijgen, degenen die minder hebben minder. Volgens Peterson is ongelijkheid in onze samenleving dus niet louter het gevolg van sociale constructies, van het kapitalisme, maar inherent aan de natuur. Ongelijkheid nemen we al waar bij kreeften: het bestond 350 miljoen jaar geleden al.
Zo zien we ook dat vrouwen, net als hun kreeftelijke tegenhangers, de mannen het laten uitvechten. Topsporters, musici, kunstenaars, CEO’s, de absolute toppers uit verschillende domeinen hebben de vrouwen voor het uitkiezen. Meer in Petersons termen: degenen die heersen in de dominantiehiërarchie worden beloond.
Het grote verschil tussen kreeften en mensen is echter dat bij ons fysieke kracht onvoldoende is voor langdurige dominantie.
Kanttekening: relatie met Thomas Hobbes
Dit inzicht over onze fysieke kracht zien we ook al terug bij de filosoof Thomas Hobbes (1588-1679). Hij meende dat het leven in de natuurstaat, voordat er overheden waren, bruut, naar en kort was. Geen enkel individu was sterk genoeg om drie gehaaide anderen te weerstaan, daarom zou er nooit een stabiele samenleving ontstaan en was het een oorlog van allen tegen allen, aldus Hobbes.
Peterson zou het slechts deels eens zijn met deze Hobbesiaanse analyse. Hij maakt met behulp van de wetenschappelijke studies over chimpansees van de Nederlandse primatoloog Frans de Waal het volgende punt:
Het klopt dat fysieke kracht onvoldoende is voor dominantie bij mensen, dit zien we al bij chimpansees: ‘zelfs de meest brute, despotische chimpansee kan namelijk worden neergehaald, door twee tegenstanders, ieder driekwart zo gemeen.’ Echter, dit betekent niet dat er bij primaten geen stabiele dominantie kan ontstaan, slechts dat fysieke kracht en agressie niet de belangrijkste factor is. Wat dat wel is? Het aangaan van wederkerige relaties.
Het hoofdgerecht ontleed: de interne statusmachine
Volgens Peterson dragen we allemaal een interne rekenmachine, diep in ons brein, nog primitiever en fundamenteler dan onze gedachten en gevoelens, die onze plaats in de maatschappij bijhoudt. Dit is wat we hebben overgeërfd van de kreeften. Onze hormonen hangen samen met deze plaats. Mensen onderaan de ladder maken minder serotonine aan en zijn daardoor gevoeliger voor stress. Ze besteden meer energie aan het rekening houden met mogelijke crisissen.
Deze interne rekenmachine functioneert niet perfect. Slechte slaap- en eetgewoontes hebben negatieve gevolgen. Een ander mogelijk probleem zijn onze feedback loops. Gedrag stimuleert zichzelf:
Onze angstsystemen zijn zeer praktisch. Ze nemen aan dat alles waar je voor wegrent gevaarlijk is. Het bewijs is, natuurlijk, het feit dat je wegrende.
Neem bijvoorbeeld een man die iedere dag na werktijd door zijn baas nog een aantal uren aan het werk wordt gezet. Hij wil aan zijn baas vragen of het wat minder kan, hij krijgt er immers niet extra voor betaald. Hij heeft de vraag al weken uitgesteld en besloten vandaag op zijn baas af te stappen. Het is druk op het werk en de baas lijkt geïrriteerd. ‘Misschien morgen, ik wil hem toch niet lastig vallen,’ denkt hij. Zo heeft hij weer voor zichzelf bevestigd dat het eng is om een dergelijke vraag te stellen. Het zal de volgende keer nog lastiger zijn.
Het dessert: rechtop staan
Peterson beschrijft hoe sommigen opgroeien met de overtuiging dat iedere vorm van agressie slecht is. Ze denken dat goed zijn betekent dat je niet in staat bent iets slechts te doen. Nee, werkelijk goed zijn is volgens Peterson kwaad kunnen doen, maar kiezen om het niet te doen. Het is als het rondlopen met een zwaard, maar deze in de schede latende.
Degenen die alleen maar medelijden voor anderen tonen en zichzelf voortdurend opofferen kunnen niet voldoende agressie oproepen om voor zichzelf op te komen. Ze zijn naïef en er wordt misbruik van hen gemaakt. Ze eindigen onderaan de dominantieladder omdat ze iedere vorm van agressie hebben uitgeschakeld. Ze zijn zwaardloos. Ze zullen de ander, of nog erger, het bestaan zelf, gaan haten.
Dit is wat Peterson bedoelt met rechtop staan met je schouders naar achteren: leren voor jezelf op te komen:
Als je kunt bijten, hoeft het meestal niet. Het vermogen met agressie en geweld te reageren, zal indien op de juiste manier geïntegreerd, juist de kans dat geweld noodzakelijk is verkleinen. Als je nee zegt, wanneer de onderdrukking net begint, en je meent wat je zegt (wat betekent dat je je weigering in duidelijke termen formuleert en je achter je woorden staat) dan zal de hoeveelheid onderdrukking beperkt blijven.
Naast de metaforische betekenis bedoelt hij het letterlijk. Rechtop staan betekent je fysieke houding veranderen, we meten immers net als kreeften iemands status deel af aan uiterlijke kenmerken:
Als je houding slecht is – als je ingezakt bent, met schouders voorwaarts en gebogen , borst ingetrokken, hoofd naar beneden, klein lijkend, verslagen en onbelangrijk (beschermd, in theorie, tegen aanvallen van achteren)–dan zal je je klein, verslagen en onbelangrijk voelen. De reacties van anderen zullen dit effect versterken. Mensen, net als kreeften, meten elkaar, deels door de houding. Als jij jezelf presenteert als verslagen zullen mensen op je reageren alsof je verliest. Als je begint met rechtop staan, zullen mensen anders naar je kijken en zich anders gedragen.
Wellicht denk je, maar ik sta onderaan de ladder. Als ik mij ineens groter ga gedragen zullen anderen hun ogen op mij richten en die druk kan ik niet aan. Dat is waar, erkent Peterson. Maar er is geen alternatief. Begin klein. Leven onderaan de dominantieladder is een leven vol misère.
Je kunt maar één kant op, omhoog. Bovendien werkt je zenuwstelsel anders als je zelf de keuze maakt iets lastigs te doen, het moedwillig aangaat in plaats van wacht en wacht tot het moet. ‘Je reageert op een uitdaging, in plaats van je voor te bereiden op een ramp.’
Mensen, inclusief jijzelf, zullen aannemen dat je bekwaam bent (of ten minste niet direct het tegenovergestelde concluderen). Aangemoedigd door de positieve reacties die je ontvangt zal je minder angstig worden. Je zult het makkelijker vinden aandacht te besteden aan subtiele sociale signalen die mensen uitwisselen als ze communiceren. Je gesprekken zullen vloeiender worden, met minder ongemakkelijke pauzes. Dit maakt het waarschijnlijker dat je mensen ontmoet, met ze omgaat en een goede indruk achterlaat. Dit doen verhoogt niet alleen de kans dat goede dingen zullen gebeuren–het laat ook de dingen die gebeuren beter voelen.
In tegenstelling tot kreeften kunnen wij deze analyse maken. Wij kunnen erachter komen waarom we ons op een lage positie in de maatschappij bevinden. Wij kunnen een strategie bedenken om dit tegen te gaan. Wij kunnen het onbekende confronteren, ondanks dat het eng is. Juist omdat het eng is, is het het waard. Dus, in de woorden van Peterson: ‘Sta rechtop, met je schouders naar achteren.’
Het is verleiding te denken dat Peterson de zogenaamde naturalisatic fallacy begaat. Deze houdt kort gezegd in dat uit wat is (ongelijkheid), kan worden afgeleid wat zou moeten zijn (ongelijkheid?). In dit geval zou Peterson de volgende drogreden maken:
- Hij stelt dat kreeften ongelijkheid hebben.
- Hij stelt dat wij net als kreeften ongelijkheid hebben.
- Ongelijk is dus natuurlijk volgens Peterson. (Volgt uit 1. en 2.)
- Ongelijkheid is dus oké volgens Peterson. (Zou volgen uit 3.)
Peterson zou het eens zijn met 1. 2. en deels met 3., maar moeite hebben met 4.
Volgens mij beschouwt hij het als volgt.
A. Ongelijkheid kunnen we niet in het geheel wegnemen, omdat het in de natuur van de mens (en andere diersoorten) zit. Iedere poging elk verschil weg te nemen veroorzaakt veel meer ellende dan het oplost. Het communisme heeft dit meermaals geprobeerd, en heeft keer op keer keihard gefaald.
B. Ongelijkheid is wel degelijk een probleem, en vooral extreme (relatieve) ongelijkheid, omdat het problemen veroorzaakt in een maatschappij. Zo zien we dat als groepen relatief extreem arm zijn ze meer geneigd zijn tot geweld, etc.
C. Dus, het is aan een maatschappij om te zorgen dat de ongelijkheid niet te groot wordt. Echter, we moeten niet proberen ongelijkheid volledig weg te nemen. Dat gaat nooit lukken en leidt tot totalitaire regimes.
28 reacties
Hallo Floris,
Gaan we de samen vetting van regel 12 nog mee maken.
Het voelt een beetje als het niet af is?
Beste Floris,
Dank voor deze heldere boekbespreking. Het boek van Peterson nodigt uit om vaker in terug te bladeren en daar helpt jouw stuk heel erg bij. Ik kwam via via op jouw site terecht, mooi werk! Ik ben overigens druk bezig om de samengestelde boekenlijst van Jordan Peterson te verslinden.
Ik ben benieuwd naar je ervaringen van je persoonlijke challenge om 30 dagen niet te liegen.
Succes met alles!
Mooie readersguide!
Ik wacht met spanning op zijn nieuwe boek.
Het mooie van Peterson is dat hij jonge mannen weer hun ware zelf laat vinden en zijn, zonder afkeer van mannelijkheid (iets dat je momenteel veel ziet in de maatschappij).
Recentelijk werd hij door een Nederlandse ‘deskundige’ weggezet als die neofascistische professor, waarmee hij primair Peterson zwaar tekort deed, maar ook het begrip fascisme een nieuwe betekenisloze lading gaf. Het is schokkend om te lezen hoezeer Peterson NIET wordt begrepen en verkeerd geïnterpreteerd door woke links.
Waar ik persoonlijk moeite mee heb is zijn christelijke insteek, maar ik ben dan ook een antitheist.
Maar nogmaals; mooie bespreking.
Nadenkertje:
https://www.emancipator.nl/ruben-hordijk-hoe-jordan-peterson-met-zijn-zelfhulpboodschap-giftige-mannelijkheid-stimuleert/
Bedankt! Wat een plezier om te lezen! Een echte hulp om naast het boek te lezen.
regel 5 XD
Prachtige samenvatting en een heerlijke verwoording van de implicaties van Peterson. Ik ben nu zelf aan het boek bezig.
Wat ik zelf graag doe is na ieder stuk te hebben gelezen, wat zelfreflectie toe te passen. Dit bied mij extra duidelijkheid over de regels. Om diezelfde reden heb ik ook een kijkje genomen naar deze samenvatting.
Bedankt hiervoor!
Toffe content en toffe samenvatting. Iedere keer na een hoofdstuk (of als ik een stuk of hoofdstuk van 12 rules for life las) bekeek ik je samenvatting om te kijken of ik het goed heb begrepen en de juiste dingen eruit heb gehaald of dat er nog ergens verborgen schatten liggen.
Thanks hiervoor!!
Groet,
Jop
Dank je, Jop! Fijn dat je er wat aan hebt!
@ idioot: Dankjewel.
Fantastisch werk om dit zo helder samen te vatten. Wacht vol ongeduld op het vervolg. : )
Zaterdag regel 9! Beloofd.
Hallo,
Heb je ook samenvatting van het laatste 4 regels?
Groetjes Feresh
Hoi Feresh,
Ik ben nu bezig met regel 9. De rest gaat nog wel even duren. Je kan je op de nieuwsbrief abonneren en dan krijg je te horen wanneer ze verschenen zijn.
Groeten,
Floris
Ik wil niet zeuren, maar is er al wat voortgang in gekomen?
Nee, verder dan een draft van hoofdstuk 10 ben ik niet gekomen. Momenteel hebben andere zaken prioriteit, waaronder mijn roman, Youtube-kanaal en scriptie (ik volg heel braaf mijn opgestelde hiërarchie van doelen, dank Peterson). Wellicht dat ik in september verder ga.
Sinds het beruchte interview door Cathy Newman op Channel 4 (gotcha !) volg ik Jordan Peterson op twitter en heb al vele van zijn lectures op Youtube gezien.
Zijn boek 12 rules for life gekocht en daarna toch ook nog de Nederlandse versie om het beter te kunnen doorgronden en begrijpen. Zelfs dat vind ik soms lastig.
Daarom heel veel dank en complimenten Floris voor je heldere toelichting en persoonlijke kanttekeningen. Ik vind het zeer waardevol !
Dag Hella, graag gedaan en bedankt voor je reactie!
Volgens mij is Free Speech niet identiek aan vrijheid van meningsuiting. Daaronder kun je allerlei uitingen vatten, ook ondoordachte, schelden enz..
Free Speech bij Jordan is bedoeld als een middel om steeds aan zaken te mogen twijfelen. Het recht dat je hebt om chaos in je leven te mogen en te moeten onderzoeken. Daarbij wordt het zoekkader altijd bepaald door de 12 leefregels en het recht om als individu door het leven te gaan. Het is vanuit deze opvatting dat hij op zeer beargumenteerde wijst op de rechtse en linkse ideologieën die het individu dwingen om in hun denkkaders te denken.
Veelzeggend is dat een SP kamerlid serieus meent dat Jordan voor het sharia huwelijk is. Ik geniet van de bijdragen van Floris. Ik had eerst het Engelse boek.
Bedankt voor je reactie. Peterson begrijpt grotendeels free speech zoals John Stuart Mill dat deed. Hij noemt zichzelf ook een classical liberal, verwijzende naar de traditie van Mill. Het gaat dus inderdaad om het ultieme recht aan overtuigingen te blijven twijfelen, niet om zomaar alles te kunnen roepen. Het moet gaan om het vinden van waarheid. Zie voor Mills opvattingen over dit onderwerp het volgende artikel van mijn hand: https://florisleest.nl/john-stuart-mill-belang-vrijheid-meningsuiting/
Net 2 video’s van Jordan Peterson gedownload als MP3 om te luister/wandelen in het bos. Nog even snel Pierre Capel’s “Het Emotionele DNA” besteld toen ik als aanbeveling de 12 regels kreeg.
Heel blij met je review en de link naar dit blog. Gelijk geabonneerd op je nieuwsbrief.
Vol blije dankbaarheid nu aan de wandel. Stukje later als gepland, maar het is de vertraging meer dan waard. Dank je wel!
Beste Diny,
bedankt voor je leuke berichtje. Ik luister zelf graag zijn college’s tijdens het afwassen. Het is heerlijk hoe we tegenwoordig lichamelijke activiteit kunnen combineren met het luisteren naar denkers.
Veel wandelplezier!
Floris
Hoofdstuk drie was voor mij een zinvolle reflectie op waar mijn leven naar toe gaat. Al mijn vrienden zijn unieke mensen die allen op hun eigen manier absoluut aanbevelenswaardig zijn, maar keer ik de geest van het hoofdstuk binnenstebuiten, dan rijst de vraag of dat voor mij ook geldt en vooral zal blijven gelden. Ik heb er veel aan gehad.
Dat Peterson in termen van uitersten spreekt is mijns inziens noodzakelijk om zijn punt duidelijk te maken, het aanbrengen van nuance is aan de lezer en vergt aanpassing aan zijn praktijk. Jij buit dit in je slotoverpeinzing perfect uit. Ga zo door, vriend.
Bedankt, M. Ik ga zo door.
Zijn sociale constructies volgens Peterson dan niet inherent aan de natuur? Of ziet hij deze dan als fundamenteel andere dingen? Hij lijkt met het voorbeeld met de kreeft het eerste te impliceren..
Sociale ordeningen komen inderdaad grotendeels voort uit de natuur, het zijn dus volgens hem niet louter sociale constructen. Als het alleen sociale constructen zouden zijn, zouden het slechts afspraken zijn. En denk je dat kreeften met elkaar afspreken dat een zich volvreet en de ander crepeert van de honger? Nee. Volgens hem gaan sociale ordes veel dieper dan dat. Ze hebben o.a. hele diepe biologische oorzaken.
Weliswaar een bevestiging van hoe ik de wereld reeds zag, maar wel een erg mooie verdieping en praktische invulling daarvan. Ik heb het boek besteld.
Lekker, vriend.