Regel 4
Vergelijk jezelf met wie je gisteren was, niet met wie iemand anders vandaag is
Mini-samenvatting
In dit hoofdstuk stelt Peterson dat we voorzichtig moeten zijn in onszelf vergelijken met anderen. Zulke vergelijkingen lijden vaak tot een verkeerd zelfbeeld. Een televisiester is dan wel rijk, maar heeft misschien wel een verslaving.
Toch zijn waardeoordelen niet slecht. Sterker nog, zonder waardeoordelen kunnen we volgens Peterson niet leven. Waardeoordelen zijn datgene wat ons in staat stelt ons de oriënteren in de wereld. Het zorgt dat we van A naar B gaan.
Maar hoe zorgen we ervoor dat we niet in de nihilistische valstrik trappen: dat ons oordeel over de werkelijkheid en onszelf zo hard is dat we menen dat alles slecht is en ons leven betekenisloos?
Daarvoor moeten we een sprong wagen, net doen alsof het leven goed is, of in ieder geval dat wij het leven een stukje beter kunnen maken. Dat begint met kleine zaken, dingen die opvallen, die je wilt verbeteren, kunt verbeteren en gaat verbeteren. Zo kan je iedere dag een stukje beter worden en jezelf vergelijken met wie je gisteren was, en niet met hoe iemand anders vandaag is.
Succes
Peterson constateert dat we op steeds grotere schaal leven en concurreren. Ooit was je de sterkste van je dorp of de beste musicus. Iedereen kende je. Nu dien je op zijn minst op nationaal niveau wat voor te stellen om er bovenuit te steken.
Dit kan leiden tot een slecht zelfbeeld. In vergelijking met anderen, op deze vergrote schaal, stellen je kwaliteiten waarschijnlijk weinig voor.
Daarom komen veel psychologen (en zelfhulpboeken) met zogenaamde ‘positieve illusies’, en praten ze over dat je zelfvertrouwen moet hebben, omdat je wel veel voorstelt, ook al denk je van niet, etc.
Peterson vindt dit een vreselijke aanpak. Het doet net alsof het leven zo slecht is dat alleen misleiding je kan redden, dat je jezelf wijs moet maken dat je heel wat voorstelt omdat je het leven anders niet aan zou kunnen.
Wat we nodig hebben is het inzicht dat zulke vergelijkingen met anderen vaak zinloos zijn:
Er zullen altijd mensen zijn die beter zijn dan jij – dat is een cliché van het nihilisme, net als de uitdrukking ‘Over een miljoen jaar ziet toch niemand meer het verschil.’ De juiste reactie op die uitspraak is niet Tja, dan doet niets er eigenlijk toe. Het is Elke idioot kan een periode bedenken waarin niets er nog toe doet. Jezelf irrelevantie aanpraten is geen degelijke kritiek op het Zijn. Het is een goedkope truc van de rationele geest.
Dit betekent niet dat we af moeten van waardeoordelen. Gebouwen kunnen slecht gebouwd worden, broodjes slecht klaargemaakt. Er zijn genoeg mensen die een potje maken van hun werk. Zelfs iets als een boterham met pindakaas smeren voor je kind. Je kunt het brood zo hard met een mes bewerken dat het scheurt en de pindakaas onevenredig in klonten verdeeld zit of het rustig uitsmeren over het gehele oppervlak. Dat laatste is beter.
Bovendien zouden we zonder waardeoordelen niets doen. Iedere activiteit gaat gepaard met een waardeoordeel: je doet iets omdat je het de moeite waard vindt, ook al ben je je daar niet altijd van bewust.
Een deel van het probleem is volgens Peterson ons woordgebruik: ‘succes’ en ‘falen’. Ze impliceren een binaire tegenstelling. Of je hebt succes; of je faalt. Dat is veel te zwart-wit voor een complexe samenleving als de onze.
Bovendien leef je in talloze verschillende domeinen tegelijkertijd. Als we vergelijken, vergelijken we vaak in slechts één domein. Dat is weinig zinvol:
Je collega blinkt op het werk meer uit dan jij. Maar zijn vrouw gaat vreemd, terwijl jouw huwelijk harmonieus en gelukkig is. Wie is er beter af? De beroemdheid tegen wie je opkijkt stapt regelmatig met een slok op achter het stuur en is een dweper. Is zijn leven echt te verkiezen boven het jouwe?Daarom moeten we voorzichtig zijn met wie we onszelf vergelijken.
We dienen inderdaad voorzichtig te zijn. Dat betekent echter niet dat vergelijken met anderen zinloos is, alleen dat je niet je complete eigenwaarde ervan moet laten afhangen. Het kan wel zinvol zijn om te kijken of je talent hebt in je gekozen terrein, of dat je een ander pad dient te kiezen.
Een prachtig voorbeeld is de Calvé reclame van Pieter van den Hoogenband, ‘die echt niet kan voetballen.’ Gelukkig voor hem ging hij zwemmen.
Wat onze ogen zien
We maken volgens Peterson voortdurend waardeoordelen. We willen van A naar B. Dit heeft als voordeel dat we de staat van de wereld, of in ieder geval die van ons leven, kunnen verbeteren. Je wordt ’s ochtends wakker en voelt je vies en gaat douchen zodat je je weer schoon voelt. Je studie gaat klote en je gaat hard leren omdat je je hertentamens wilt halen.
Deze toekomstgerichtheid heeft één groot nadeel:
Omdat we altijd wat is afzetten tegen wat zou kunnen zijn, moeten we ons richten op wat zou kunnen zijn. Maar we kunnen ook te hoog mikken. Of te laag. Of te chaotisch. Dus falen we en leven we in teleurstelling, ook al denken anderen dat we het goed hebben. Hoe kunnen we profiteren van onze verbeeldingskracht, ons vermogen de toekomst te verbeteren, zonder voortdurend afbreuk te doen aan onze huidige, te weinig succesvolle en waardeloze levens?”
De eerste stap is volgens Peterson jezelf beoordelen. Als je een huis gaat kopen huur je iemand in die je wijst op de verborgen gebreken. Zo dien je dat ook te doen met jezelf. Hier kun je die interne criticus, het stemmetje dat je wees op al je tekortkomingen, inzetten. Deze zal je volgens Peterson wijzen op iets dat je in orde kunt maken, sterker nog: iets waardoor je je beter zult voelen als je dit in orde maakt. Dit kunnen hele praktische dingen zijn, zoals je kamer opruimen.
Dit klinkt wellicht eenvoudig, maar dat is het niet. Niemand kan zichzelf volledig de wil opleggen: hoe simpel zou het leven dan zijn?
Je zal moeten onderhandelen met jezelf en niet te veel van jezelf vragen. Anders word je een tiran over jezelf. En wie wil nou voor een tiran werken? Begin daarom met kleine dingen van jezelf te vragen:
Je wilt in het begin niet te veel hooi op je vork nemen, met het oog op je beperkte talenten, je neiging de boel te bedotten, je rancune en je vaardigheid in het ontlopen van verantwoordelijkheid. Dus stel je je het volgende doel: aan het eind van de dag wil ik dat de dingen in mijn leven er een pietsie beter uitzien dan vanochtend. Dan vraag je jezelf: ‘Wat kon ik doen dat dat zou bewerkstelligen en welke kleinigheid zou ik als beloning willen?’ Dan doe je wat je besloten hebt te doen, ook al doe je het slecht. Dan geef je jezelf triomfantelijk die verdomde kop koffie. Misschien voel je je een beetje belachelijk, maar doe het toch maar. En morgen doe je hetzelfde, en de volgende dag enzovoort. En elke dag wordt de ondergrens die je ter vergelijking gebruikt een stukje hoger gelegd en dat is magie. Dat is samengestelde rente. Doe dat drie jaar en je leven zal er heel anders uitzien. Nu richt je je pijlen hoger. Nu gaat geen zee je te hoog. Nu verdwijnt die balk uit je ogen en leer je te zien. En waar je je op richt bepaalt wat je ziet. Dat is de moeite van het herhalen waard. Waar je je op richt bepaalt wat je ziet.
Peterson benadrukt dit punt met het befaamde “gorilla-experiment.”
Voor degenen die het niet kennen: als deelnemer aan het experiment kijk je naar een scherm met basketballers. Er wordt je gevraagd te tellen hoe vaak de mensen met het witte shirt overgooien. Dus dat ga je tellen.Probeer het voor jezelf:
Naderhand wordt er gevraagd of je de gorilla hebt gezien. Er is een grote kans dat je die niet hebt gezien en dat je denkt dat je in de maling wordt genomen.Je mag het filmpje opnieuw bekijken, nu zonder het aantal keren overgooien te tellen. Je bent nu op zoek naar de gorilla. En warempel, na ongeveer een minuut verschijnt een man in een gorillapak en danst een aantal seconden vol in beeld. ‘Hoe kan ik die de eerste keer gemist hebben?’ vraag je jezelf af.
De conclusie van dit experiment?
Je ziet wat je wilt zien.
Iets uitgebreider: Wat wij waarnemen, is afhankelijk van het doel dat wij hebben. Meestal zien we maar een heel klein deel van onze blik in hoge resolutie, de rest is vager, vaak zonder dat we dat doorhebben. Dat is efficiënt, qua energieverbruik. Als iets onverwachts verschijnt, dat direct datgene wat je waarneemt belemmert, zal je het wel waarnemen. In het gorilla-experiment was de bal voortdurend zichtbaar. Zowel de spelers als de gorilla belemmerde het zicht niet en daarom bleef je als kijker bezig met nauwe doel: de hoeveelheid keren dat er werd overgegooid tellen. Daarom zag je waarschijnlijk de gorilla niet.
Wat je wilt en wat je ziet
Dit experiment gebruikt Peterson als voorbeeld voor zijn algemene punt dat hoe wij omgaan met de wereld, wat wij waarnemen, altijd doel-afhankelijk is. De wereld is zo complex dat wij lang niet alles kunnen waarnemen. Dat zou te veel van onze vermogens vragen. Daarom is het doel dat wij bepalen zo belangrijk: het bepaalt immers wat we zien.
Als het leven klote lijkt heb je misschien het verkeerde doel gesteld. Dan is het volgens Peterson tijd voor een stap terug en jezelf af te vragen hoe je leven eruit zou zien als het beter zou zijn. Je zal dit waarschijnlijk niet volledig kunnen beantwoorden. Maar er zullen ongetwijfeld kleine concrete zaken zijn waarvan je wel weet dat die het leven zouden verbeteren. Begin dan daar.
Na verloop van tijd, nadat je die zaken hebt aangepakt, zullen er wellicht betere, hogere doelen verschijnen. Je kunt er als volgt over denken:
Begin met de constatering dat we wel degelijk dingen willen – dat we ze zelfs nodig hebben. Dat ligt in de menselijke natuur. We delen ervaringen als honger, eenzaamheid, dorst, begeerte, agressie, angst en pijn. Dat zijn elementen van het Zijn – primordiale, axiomatische elementen van het Zijn. Maar we moeten die primordiale verlangens sorteren en organiseren, want de wereld is een complexe en eigenzinnig realistische plaats. We kunnen niet gewoon dat ene specifieke ding dat we nu speciaal willen opeisen, samen met wat we gewoonlijk willen, want onze wensen kunnen in conflict komen met onze andere wensen, maar ook met andere mensen, en met de wereld. We moeten ons dus bewust worden van onze wensen en die uitspreken en er prioriteiten aan toekennen en er een hiërarchie in aanbrengen. Dat maakt ze hoogwaardig. Dat maakt dat ze met elkaar samenwerken, en met de verlangens van andere mensen en met de wereld. Zo tillen onze verlangens zichzelf op. Zo organiseren ze zich tot waarden en worden moreel. Onze waarden, onze moraliteit – dat zijn indicatoren voor onze verfijning.
Ethiek en religie
Peterson keert terug naar een thema dat hij al in de regel 1 aanstipte: dat de mensheid een lange tijd in een voorwetenschappelijke wereld heeft geleefd. We leefden in wereld van waarden, niet van objecten.
Je verlangens in de juiste volgorde zetten en ze laten samengaan met die van anderen en de wereld: dat is volgens Peterson wat religie ons biedt. Religie geeft geen empirische beschrijving van de werkelijkheid, maar vertelt allereerst welk gedrag juist is.
Voor sommigen betekent religie louter gehoorzamen aan een heilig schrift. We kennen allemaal de voorbeelden van verschrikkingen waar zulke dogmatische gehoorzaamheid toe kan leiden. Vandaar dat de Verlichting kwam, samengevat in het motto van Kant: sapere aude, durf te denken. Op dat moment wordt religie iets van het individu.
Gehoorzaamheid? We wantrouwen het. Discipline? We wantrouwen het. Zelf denken, daar zou het om draaien. En zelf bedenken we dat we God niet meer nodig hebben voor een objectieve beschrijving van de werkelijkheid. We flikkeren hem en al zijn waarden buitenboord.
Maar, en dit is Petersons cruciale punt, gehoorzaamheid, discipline, datgene wat sinds de Verlichting verdacht is geworden, is wel een belangrijk begin voor een goed leven. Dat zijn we volgens hem de afgelopen jaren vergeten:
Je kunt je niet ergens op richten als je geen enkele zelfdiscipline en scholing hebt. Je zult niet weten waar je je op moet richten. En dan zul je tot de conclusie komen: ‘Er is niets om je op te richten.’ En dan ben je verloren.”
Zonder gehoorzaamheid of discipline drijf je maar wat rond. Het enige wat je kan is wijzen op zaken die slecht zijn – het bestaan zelf misschien, vanuit jouw ervaring! – maar je hebt geen enkele manier om het beter te maken.
Volgens Peterson kan je daarom niet werkelijk atheïst zijn.
Met atheïst bedoelt hij niet simpelweg iemand die niet gelooft in het bestaan van God, maar iemand die uit de afwezigheid van God afleidt dat alles geoorloofd is. Ik vind de term atheïst hier ongelukkig gekozen, beter had hij gezegd nihilist: iemand die meent dat niets van waarde is, dat goed en kwaad in geen enkele vorm bestaan.Zijn gelijkstelling van een atheïst met een nihilist komt voort uit het idee dat religie datgene is wat waarde geeft aan de werkelijkheid, wat zegt wat het juiste leven is. Ik vind dit problematisch. Religie heeft inderdaad een normatief component: het schrijft voort hoe je moet gedragen. Echter, het heeft ook een descriptief component: het beschrijft hoe de werkelijkheid in elkaar zou zitten.
Peterson doet net alsof religie alleen dat eerste is: een ethiek. Religie is niet alleen ethiek. Kijk maar naar hoe serieus gelovigen bepaalde passages van het schrift, die de werkelijkheid zouden beschrijven, de afgelopen millennia hebben verdedigd.Concluderend, ik vind de termen religie en atheïst bij hem verwarrend. Ik denk dat we beter kunnen spreken van ethiek en een nihilist.
Het nihilisme
Als voorbeeld van de onmogelijkheid van het atheïsme (of nihilisme, in mijn termen) refereert hij naar mijn geliefde Dostojevski, ditmaal naar Misdaad en straf (bol), waarin de hoofdpersoon, Raskalnikov, besluit zijn nihilistische overwegingen tot het einde te volgen en wat hij meent een rationele moord te plegen. Spoiler: hij kan niet met de daad leven.
Daarin zit de crux volgens Peterson. Als je kijkt naar je handelen ben je geen nihilist (atheïst, in Petersons termen). Je handelen verraadt dat je waarde toekent aan allerlei zaken in het leven. Al is het maar eten om te overleven. Wat er veeleer aan de hand is dat je je niet bewust ben van je waardeoordelen. Daarvoor ben je te complex.
Dat is waarom er volgens hem religie is ontstaan. Religies zijn distillaties van levenslessen van tallozen die voor je tijd hebben geleefd. In je eentje kom je nooit tot al die inzichten. Je moet vertrouwen op de kennis van degenen die voor je leefden. Werken als de Daodejing en de Bijbelse verhalen dienen daarom als ethische gids voor het leven:
De Bijbel is een bibliotheek bestaande uit vele boeken, elk boek geschreven en geredigeerd door vele mensen. Het is een waarlijk boven alles uitstekend document – een geselecteerd, gerangschikt en uiteindelijk coherent verhaal dat verspreid over duizenden jaren door niemand en door iedereen is geschreven. De Bijbel is uit de diepte opgeworpen door de collectieve menselijke verbeelding, die zelf weer een product is van onvoorstelbare krachten die over onpeilbare tijdspannen werkzaam waren. Een zorgvuldige en respectvolle bestudering ervan kan ons dingen onthullen over wat wij geloven en hoe we handelen en behoren te handelen die op welhaast geen andere manier kunnen worden ontdekt.
De God(en) in de bijbel
Wat mensen volgens Peterson vaak opvalt is de onpersoonlijkheid van God in het Oude Testament. God geeft niet om de mens, vertelt alleen hoe je zou moeten handelen en zelfs dan gaat het nog vaak mis. Het Nieuwe Testament wordt vaak gelezen als een met een vriendelijke God, die meer is als een wijze vader.
Maar, vraagt Peterson zich af, is zo’n vriendelijke God wel realistisch? In een wereld waarin Auswitzsch kan ontstaan, waarin we bekend zijn met de gruwelheden waartoe de mens in staat is – jij en ik, maak jezelf niets wijs – kunnen we toch niet geloven in een algoede god? We kunnen toch niet meer geloven in een algoede werkelijkheid?
We dienen volgens Peterson te leven alsof die goede God bestaat, alsof die goede werkelijkheid mogelijk is, alsof het leven het waard is om te leven. Maar niet op een naïeve manier. We moeten niet de slechte kanten van de mens onderkennen, niet ontkennen dat we in staat zijn tot Auswitzsch. Echter, we dienen tegelijkertijd te onderkennen dat we altijd, overal in staat zijn de wereld een beetje beter te maken, ook in Auswitzsch (beaamt ook Viktor Frankl, die Auswitzsch overleefde).
Dat besluit begint bij jezelf:
Je besluit dat je de God van het Oude Testament, met al Zijn verschrikkelijke en vaak discutabel lijkende macht, zult behandelen alsof Hij ook de God van het Nieuwe Testament zou kunnen zijn (ook al besef je dat dat in vele opzichten absurd is). Met andere woorden, je besluit je te gedragen alsof het bestaan gerechtvaardigd zou kunnen worden door Zijn goedheid – als jij je maar fatsoenlijk gedraagt. En het is die beslissing, die verklaring van existentieel geloof, die je in staat stelt nihilisme, rancune en arrogantie te boven te komen. Het is die geloofsverklaring die haat tegen het Zijn, met al zijn bijkomende kwaden, in toom houdt. En, wat zo’n geloof betreft: het is helemaal niet de wil om in dingen te geloven waarvan je heel goed weet dat ze niet echt zijn. Geloof is niet het kinderachtige geloof in tovenarij. Dat is onwetendheid of zelfs moedwillige blindheid. In plaats daarvan is het de realisatie dat de tragische irrationaliteiten van het leven moeten worden gecompenseerd met een al even irrationele geëngageerdheid met het essentieel goede van het Zijn. Het is tegelijkertijd de wil je blik te durven richten op het onbereikbare, als de bereidheid alles (en zelfs het allerbelangrijkste) je leven op te offeren. Je beseft dat je letterlijk niet beters te doen hebt. Maar hoe kun je dat allemaal doen – aangenomen dat je dwaas genoeg bent om het te proberen.
Kanttekening: een areligieuze interpretatie
Wat mij betreft kun je het hele bovenstaande areligieus begrijpen. De sprong, het existentiële geloof, waar Peterson het over heeft, maak je naar de werkelijkheid. Je accepteert dat de werkelijkheid indifferent is ten opzichte van ons bestaan en lijden (als de God van het Oude Testament) en besluit om vanaf dit moment te handelen alsof de werkelijkheid beter zou kunnen worden, als jij je steentje gaat bijdragen (als de God van het Nieuwe Testament).
Opletten
Dit deel is de conclusie, waarin Peterson terugkeert vanuit zijn abstracte Bijbelse analyse naar het begin van dit hoofdstuk.
Als je je aandacht richt op je omgeving zal je volgens Peterson onvermijdbaar zaken vinden die je kunt verbeteren. Het moet iets zijn wat je wilt oplossen en kunt oplossen. Misschien is het die stapel papier waarvan je het sorteren al weken uitstelt. Sommige zaken zijn te hoog gegrepen. Je wilt het misschien wel, maar kan het niet. Zoek dan lager tot je zaken vindt die je kunt oplossen, wilt oplossen, en los ze dan op. Zoals hij het hele hoofdstuk al herhaalt: begin dus klein.
Iedere ochtend kun je bijvoorbeeld een lijst maken met zaken die je wilt verbeteren, kunt verbeteren en gaat verbeteren. Nogmaals, behandel jezelf hierbij niet als een slaaf van je wil. De tiran spelen werkt niet. Belangrijker dan dat die eerste dag perfect is, is dat je dag na dag je leven beetje bij beetje blijft verbeteren, en daarmee de wereld.
En zoals altijd eindigt hij met de regel:
Vergelijk jezelf met wie je gisteren was, niet met wie iemand anders vandaag is.
28 reacties
Hallo Floris,
Gaan we de samen vetting van regel 12 nog mee maken.
Het voelt een beetje als het niet af is?
Beste Floris,
Dank voor deze heldere boekbespreking. Het boek van Peterson nodigt uit om vaker in terug te bladeren en daar helpt jouw stuk heel erg bij. Ik kwam via via op jouw site terecht, mooi werk! Ik ben overigens druk bezig om de samengestelde boekenlijst van Jordan Peterson te verslinden.
Ik ben benieuwd naar je ervaringen van je persoonlijke challenge om 30 dagen niet te liegen.
Succes met alles!
Mooie readersguide!
Ik wacht met spanning op zijn nieuwe boek.
Het mooie van Peterson is dat hij jonge mannen weer hun ware zelf laat vinden en zijn, zonder afkeer van mannelijkheid (iets dat je momenteel veel ziet in de maatschappij).
Recentelijk werd hij door een Nederlandse ‘deskundige’ weggezet als die neofascistische professor, waarmee hij primair Peterson zwaar tekort deed, maar ook het begrip fascisme een nieuwe betekenisloze lading gaf. Het is schokkend om te lezen hoezeer Peterson NIET wordt begrepen en verkeerd geïnterpreteerd door woke links.
Waar ik persoonlijk moeite mee heb is zijn christelijke insteek, maar ik ben dan ook een antitheist.
Maar nogmaals; mooie bespreking.
Nadenkertje:
https://www.emancipator.nl/ruben-hordijk-hoe-jordan-peterson-met-zijn-zelfhulpboodschap-giftige-mannelijkheid-stimuleert/
Bedankt! Wat een plezier om te lezen! Een echte hulp om naast het boek te lezen.
regel 5 XD
Prachtige samenvatting en een heerlijke verwoording van de implicaties van Peterson. Ik ben nu zelf aan het boek bezig.
Wat ik zelf graag doe is na ieder stuk te hebben gelezen, wat zelfreflectie toe te passen. Dit bied mij extra duidelijkheid over de regels. Om diezelfde reden heb ik ook een kijkje genomen naar deze samenvatting.
Bedankt hiervoor!
Toffe content en toffe samenvatting. Iedere keer na een hoofdstuk (of als ik een stuk of hoofdstuk van 12 rules for life las) bekeek ik je samenvatting om te kijken of ik het goed heb begrepen en de juiste dingen eruit heb gehaald of dat er nog ergens verborgen schatten liggen.
Thanks hiervoor!!
Groet,
Jop
Dank je, Jop! Fijn dat je er wat aan hebt!
@ idioot: Dankjewel.
Fantastisch werk om dit zo helder samen te vatten. Wacht vol ongeduld op het vervolg. : )
Zaterdag regel 9! Beloofd.
Hallo,
Heb je ook samenvatting van het laatste 4 regels?
Groetjes Feresh
Hoi Feresh,
Ik ben nu bezig met regel 9. De rest gaat nog wel even duren. Je kan je op de nieuwsbrief abonneren en dan krijg je te horen wanneer ze verschenen zijn.
Groeten,
Floris
Ik wil niet zeuren, maar is er al wat voortgang in gekomen?
Nee, verder dan een draft van hoofdstuk 10 ben ik niet gekomen. Momenteel hebben andere zaken prioriteit, waaronder mijn roman, Youtube-kanaal en scriptie (ik volg heel braaf mijn opgestelde hiërarchie van doelen, dank Peterson). Wellicht dat ik in september verder ga.
Sinds het beruchte interview door Cathy Newman op Channel 4 (gotcha !) volg ik Jordan Peterson op twitter en heb al vele van zijn lectures op Youtube gezien.
Zijn boek 12 rules for life gekocht en daarna toch ook nog de Nederlandse versie om het beter te kunnen doorgronden en begrijpen. Zelfs dat vind ik soms lastig.
Daarom heel veel dank en complimenten Floris voor je heldere toelichting en persoonlijke kanttekeningen. Ik vind het zeer waardevol !
Dag Hella, graag gedaan en bedankt voor je reactie!
Volgens mij is Free Speech niet identiek aan vrijheid van meningsuiting. Daaronder kun je allerlei uitingen vatten, ook ondoordachte, schelden enz..
Free Speech bij Jordan is bedoeld als een middel om steeds aan zaken te mogen twijfelen. Het recht dat je hebt om chaos in je leven te mogen en te moeten onderzoeken. Daarbij wordt het zoekkader altijd bepaald door de 12 leefregels en het recht om als individu door het leven te gaan. Het is vanuit deze opvatting dat hij op zeer beargumenteerde wijst op de rechtse en linkse ideologieën die het individu dwingen om in hun denkkaders te denken.
Veelzeggend is dat een SP kamerlid serieus meent dat Jordan voor het sharia huwelijk is. Ik geniet van de bijdragen van Floris. Ik had eerst het Engelse boek.
Bedankt voor je reactie. Peterson begrijpt grotendeels free speech zoals John Stuart Mill dat deed. Hij noemt zichzelf ook een classical liberal, verwijzende naar de traditie van Mill. Het gaat dus inderdaad om het ultieme recht aan overtuigingen te blijven twijfelen, niet om zomaar alles te kunnen roepen. Het moet gaan om het vinden van waarheid. Zie voor Mills opvattingen over dit onderwerp het volgende artikel van mijn hand: https://deidioot.nl/john-stuart-mill-belang-vrijheid-meningsuiting/
Net 2 video’s van Jordan Peterson gedownload als MP3 om te luister/wandelen in het bos. Nog even snel Pierre Capel’s “Het Emotionele DNA” besteld toen ik als aanbeveling de 12 regels kreeg.
Heel blij met je review en de link naar dit blog. Gelijk geabonneerd op je nieuwsbrief.
Vol blije dankbaarheid nu aan de wandel. Stukje later als gepland, maar het is de vertraging meer dan waard. Dank je wel!
Beste Diny,
bedankt voor je leuke berichtje. Ik luister zelf graag zijn college’s tijdens het afwassen. Het is heerlijk hoe we tegenwoordig lichamelijke activiteit kunnen combineren met het luisteren naar denkers.
Veel wandelplezier!
Floris
Hoofdstuk drie was voor mij een zinvolle reflectie op waar mijn leven naar toe gaat. Al mijn vrienden zijn unieke mensen die allen op hun eigen manier absoluut aanbevelenswaardig zijn, maar keer ik de geest van het hoofdstuk binnenstebuiten, dan rijst de vraag of dat voor mij ook geldt en vooral zal blijven gelden. Ik heb er veel aan gehad.
Dat Peterson in termen van uitersten spreekt is mijns inziens noodzakelijk om zijn punt duidelijk te maken, het aanbrengen van nuance is aan de lezer en vergt aanpassing aan zijn praktijk. Jij buit dit in je slotoverpeinzing perfect uit. Ga zo door, vriend.
Bedankt, M. Ik ga zo door.
Zijn sociale constructies volgens Peterson dan niet inherent aan de natuur? Of ziet hij deze dan als fundamenteel andere dingen? Hij lijkt met het voorbeeld met de kreeft het eerste te impliceren..
Sociale ordeningen komen inderdaad grotendeels voort uit de natuur, het zijn dus volgens hem niet louter sociale constructen. Als het alleen sociale constructen zouden zijn, zouden het slechts afspraken zijn. En denk je dat kreeften met elkaar afspreken dat een zich volvreet en de ander crepeert van de honger? Nee. Volgens hem gaan sociale ordes veel dieper dan dat. Ze hebben o.a. hele diepe biologische oorzaken.
Weliswaar een bevestiging van hoe ik de wereld reeds zag, maar wel een erg mooie verdieping en praktische invulling daarvan. Ik heb het boek besteld.
Lekker, vriend.