Regel 7
Streef na wat betekenisvol is (niet wat opportuun is)
Mini-samenvatting
Dit hoofdstuk is op veel vlakken een herhaling van zetten (en afschuwelijk vertaald).
Het leven is grotendeels lijden, aldus Peterson. Dit roept de eeuwig terugkerende vraag op: hoe te leven?
Peterson analyseert voor een antwoord in grove stroken de geschiedenis. Als eerste prijst hij het christendom waarin hij het idee van opoffering ziet: de ontdekking dat we kunnen onderhandelen met de toekomst.
Het christendom bracht ons veel goeds, maar maakte zichzelf overbodig. Deze ‘dood van God’ leidde tot totalitaire en nihilistische verschrikkingen van de 20eeeuw. Daaruit leidt Peterson zijn ethische fundament af:
Het Goede is het beperken van het Kwaad. En het Kwaad begrijpt hij als het moedwillig vergroten van het lijden van de ander.
Vanuit dit ethische anker komt hij tot alle andere imperatieven die je in dit boek vindt. En zo komt hij ook tot deze zevende regel: ga niet voor het impulsieve genot, maar streef na wat betekenis geeft
Noot vooraf: Bijbelse referenties
Peterson bespreekt in dit hoofdstuk veelvuldig verhalen uit het Oude Testament. Ik laat deze voor wat ze zijn en leg zijn denken uit zonder naar de Bijbel te refereren.
Voor zijn denken over dit onderwerp aan de hand van de Bijbel raad ik het volgende college aan:
Peterson begint met het inzicht dat het leven lijden is. In de vorige regel zagen we hoe sommigen daardoor verbitterd raakten en het bestaan gingen haten. Hier wordt een andere mogelijkheid gepresenteerd: het nastreven van het egoïstisch genot, zich niets aantrekkend van de ander.
Alternatieve antwoorden op de vraag ‘hoe te leven?’ zijn volgens Peterson volop vertegenwoordigd in onze geschiedenis. We zijn een product van culturele evolutie, waarin gedurende een lange tijd kennis impliciet werd overgedragen. Op een gegeven moment kwamen we erachter dat we konden onderhandelen met de toekomst: een offer maken.
Een offer maken is volgens Peterson het opgeven van onmiddellijk plezier voor de mogelijkheid van een grotere beloning in de toekomst. En degenen die dit meer doen krijgen ook meer terug. Zij overleven. Peterson legt dit idee van de ontwikkeling van het offer uit aan de hand van een mammoet:
Wij mensen hebben heel wat mammoeten opgegeten, misschien wel allemaal. Na het doden van een groot dier blijft er altijd wat over voor later. Aanvankelijk gebeurt dat onwillekeurig, maar uiteindelijk begint het vooruitzicht ‘voor later’ aantrekkelijker te worden. Tegelijkertijd ontwikkelt zich een tijdelijk idee van een offer: ‘Als ik wat bewaar, zelfs als ik nu nog trek heb, hoef ik later geen honger te lijden.’ Dat tijdelijke idee ontwikkelt zich naar een volgend niveau (‘Als ik wat bewaar voor later, dan hoef ik geen honger te lijden en mijn dierbaren ook niet’), en daarna naar het volgende (‘Ik kan die hele mammoet onmogelijk alleen op, maar ik kan de rest ook niet eeuwig bewaren. Misschien moet ik anderen ook wat geven. Misschien onthouden ze dat en geven ze me later wat van hún mammoet, als zij nog wel wat hebben en ik niets meer. Dan heb ik nu wat mammoet, en later ook nog wat. Wat een mooie deal. En misschien gaan degenen met wie ik mijn vlees deel me wel vertrouwen, in het algemeen gezien. Misschien kunnen we dan wel blijven ruilen.’). Op die manier wordt ‘mammoet’ ‘toekomstige mammoet’, en ‘toekomstige mammoet’ wordt ‘persoonlijke reputatie’. En zo ontstaat het sociale contract.
Natuurlijk is dit een mythe en niet geheel historisch accuraat, dat begrijpt Peterson ook. Het helpt echter wel om het idee van de ontwikkeling van ‘offeren’ duidelijk te maken. Het leidt tot een situatie waarin een steeds groter offer voor een steeds verdere toekomst het beste is:
Het is nog beter om wat je hebt ruimhartig te delen met anderen. Het is echter nóg beter om alom bekend te staan als iemand die ruimhartig deelt. Dat is iets blijvends. En dat is iets wat betrouwbaar is. En op dit punt van de abstractie kunnen we zien hoe de basis voor de opvattingen ‘betrouwbaar’, ‘eerlijk’ en ‘ruimhartig’ is gelegd. De basis voor een uitgesproken ethiek ligt klaar. De productieve, oprechte deler is het prototype van de goede burger en de goede mens. Op die manier zien we hoe het simpele idee dat ‘restjes een goed idee zijn’, kan leiden tot de hoogste ethische principes.
Ik dacht hierbij zelf aan scholing. Als kind studeer je soms wel twintig jaar, zonder veel bij te dragen aan de maatschappij. Dit is een offer, een investering die het individu en de maatschappij maakt en waarvan we hopen en verwachten dat die zich terugbetaalt, zowel voor het individu als voor de maatschappij. We hebben echter geen enkele garantie. Misschien wordt de student een ultieme nietsnut, een grijpgrage bankier of sterft die op een feest na het lezen van Bataille aan een overdosis. We weten het niet. Toch verwachten we dat het offer zich terugbetaalt. Het is op lange termijn het beste spel wat we kunnen spelen.
Als ultiem voorbeeld van zelfopoffering noemt Peterson Socrates. Hij werd vervolgd voor goddeloosheid en het verderven van de jeugd, had de kans om te vluchten of zichzelf te verdedigen, maar deed dit niet. In de Apologie van Plato kunnen we nalezen hoe hij juist de strijd aangaat en zichzelf opoffert voor wat hij het juiste vindt. En nu, vijfentwintig eeuwen later, hebben we het nog over hem.
Dood, zwoegen en het kwaad
Naast onze strijd met het bestaan is er volgens Peterson de strijd met de ander, die vaak vijandig tegenover ons staat. Via het bewust zijn van onze eigen kwetsbaarheid, zoals we ook al lazen in regel 2, worden we bewust van de kwetsbaarheid van anderen: we kunnen ze pijn doen. “Het kwaad betreedt de wereld met het zelfbewustzijn,’ aldus Peterson:
Het leven is inderdaad ‘naar, beestachtig en kort’, waren de gedenkwaardige woorden van de Engelse filosoof Thomas Hobbes. Maar de mens is in staat om het kwaad nog erger te maken. Dat betekent dat het voornaamste probleem van het leven – omgaan met de beestachtige aspecten ervan – niet alleen is wat en hoe te offeren om het lijden te verminderen, maar wat en hoe te offeren om het lijden te verminderen en het kwaad, de bewuste, vrijwillige en wraakzuchtige bron van het ergste lijden.
Het kwaad onder ogen zien
Telkens benadrukt Peterson onze schaduwkant. Wij mensen zijn in staat tot slavernij, sterker nog, dat was eeuwig de norm. Zie bijvoorbeeld het pleidooi van Thucydides voor het recht van de sterkste.
Het idee dat we anders kunnen leven dan het recht van het sterkste, dat ook het leven van de zwaksten wat waard is, is zo ongelofelijk revolutionair volgens Peterson. Voor ons is het nu vanzelfsprekend, waardoor we vergeten hoe radicaal dit idee was. Hij meent dat dit idee in het christendom is ontstaan:
Het christendom heeft de verrassende eis kenbaar gemaakt dat zelfs de laagsten van de laagsten rechten hadden, echte rechten. En dat de vorst en de staat moreel verplicht waren om op een fundamenteel niveau die rechten te erkennen. Het christendom presenteerde het zelfs nog onbegrijpelijker idee dat het feitelijke lijfeigenschap de slaveneigenaar (die voorheen beschouwd werd als een nobel, bewonderenswaardig mens) verlaagde tot een niveau dat veel lager was dan dat van de slaaf. Wij kunnen niet bevatten hoe moeilijk het is zo’n idee te doorgronden. We vergeten dat het tegenovergestelde gedurende het grootste deel van de menselijke geschiedenis vanzelfsprekend was. We denken dat het verlangen om slaven te houden en te domineren moet worden verklaard. We hebben het weer bij het verkeerde eind.
Dit betekent uiteraard niet dat het christendom alle problemen heeft kunnen oplossen. Echter, we dienen niet te vergeten dat sommige problemen pas zichtbaar worden op het moment dat grotere problemen zijn opgelost, aldus Peterson:
Het feit dat auto’s het milieu vervuilen wordt pas een probleem dat de aandacht van het grote publiek trekt nadat de veel grotere problemen die worden opgelost door de verbrandingsmotor, uit beeld zijn verdwenen.
Problemen die het christendom niet kon oplossen stapelden zich op en de wetenschap wierp zich steeds verder op als redder van de mens: van zijn overgebleven fysieke lijden.
God werd overbodig, aldus Nietzsche die God doodverklaarde. Hij viel het christendom via twee lijnen aan.
Ten eerste had het christendom de waarde van waarheid zo ontwikkeld dat het zichzelf in de voet was gaan schieten: de wetenschap kon meer aanspraak maken op die waarheid. Ten tweede verweet Nietzsche dat het christendom de morele last had weggenomen van het individu. De aanname dat christus voor ons was gestorven, dat hij al het lijden op zich had genomen, neemt onze verantwoordelijkheid weg. Het idee van de imitatie van christus, volgen in zijn voetstappen, was in de loop van de eeuwen steeds verder verdwenen. Goed denken, niet goed handelen, werd voldoende. Dat was te makkelijk.
Nietzsche schrijft: ‘De christenen hebben nooit de handelingen in praktijk gebracht die Jezus hun voorschreef, en het schaamteloze wijdlopige geklets over de “rechtvaardiging door het geloof” en de uitzonderlijke en unieke betekenis ervan is slechts het gevolg van het gebrek aan moed en daadkracht van de Kerk om de voorgeschreven werken uit te voeren.’
Zo sterft God, aldus Nietzsche, aldus Peterson, aldus ik. We moeten echter niet te hard juichen volgens Peterson:
Wat er achter het lijk vandaan is gekomen – en dit is een belangrijk punt – is iets wat nog doder is, iets wat nooit heeft geleefd, zelfs in het verleden niet: nihilisme, alsmede een even gevaarlijke overgevoeligheid voor nieuwe, totaliserende, utopische ideeën.
De dood van God opent volgens Peterson de mogelijkheid tot twee denkwijzen. Enerzijds die van het nihilisme, die concludeert uit de dood van God dat niets van waarde is en alles geoorloofd. Anderzijds het utopische denken dat denkt dat het lijden maatschappelijk en of technologisch kan worden opgelost. Het falen van die stroming hebben we in de 20eeeuw kunnen zien.
De oplossing van Peterson
Peterson vertelt hoe hij reflecteerde op die verschrikkingen van de 20eeeuw en tot de overtuiging kwam dat het Kwaad werkelijk bestaat:
Ik las ooit over een uitzonderlijk geniepige praktijk in Auschwitz. Een bewaker beval een gevangene een zak met vijftig kilo nat zout van de ene kant van een groot terrein naar de andere kant te zeulen, en meteen daarna weer terug. Arbeit macht frei, stond er boven de ingangspoort van het kamp, en die vrijheid was de dood. Het zeulen met dat zout was een zinloze marteling. Het was een staaltje boosaardige kunst. Daardoor realiseerde ik me dat sommige handelingen fout zijn.
Aleksandr Solzjenitsyn schreef op diepzinnige en onvergetelijke wijze over de gruwelen in de twintigste eeuw, over de tientallen miljoenen die hun baan, familie, identiteit en leven verloren. In zijn De Goelag Archipel beschreef hij in het tweede deel van de tweede band de processen van Neurenberg, die hij de belangrijkste gebeurtenis van de twintigste eeuw vond. Wat is de conclusie van die processen? Sommige handelingen zijn zo intrinsiek weerzinwekkend dat ze keihard indruisen tegen de ware aard van het Bestaan. Dit is in wezen waar, op intercultureel vlak, ongeacht plaats of tijd. Het zijn duivelse handelingen. Er bestaat geen enkel excuus voor. Een medemens ontmenselijken, hem of haar reduceren tot de status van een parasiet, martelen en afslachten zonder enige consideratie voor individuele schuld of onschuld, van pijn een kunstvorm maken: dat is fout.
Als je een ding van Peterson onthoudt, onthoud dan de volgende paragraaf:
Waar kan ik niet aan twijfelen? Aan de realiteit van het lijden. Het duldt geen tegenspraak. Nihilisten kunnen het niet ondermijnen met scepsis. Totalitairen kunnen het niet uitbannen. Cynici kunnen niet ontkomen aan de realiteit ervan. Lijden is echt, en het spitsvondig toebrengen van lijden aan een ander, puur vanwege het lijden, is fout. Dat werd de hoeksteen van mijn geloof. Op zoek door de laagste regionen van de menselijke gedachten en handelingen, in het besef dat ook ik in staat zou zijn om te handelen als een bewaker in een nazikamp, als de commandant van een goelagkamp of als folteraar van kinderen in een kerker, besefte ik wat het betekende om ‘de zonden van de wereld op zich te nemen’. Elk mens heeft een ongelooflijke neiging in zich tot het kwaad. Elk mens begrijpt, a priori, misschien niet zozeer wat goed is, maar beslist wel wat niet goed is. En als er iets niet goed is, dan is er ook iets wat wel goed is. Als de ergste zonde het folteren van anderen is, uitsluitend vanwege het lijden dat er het gevolg van is, dan is het goede alles wat daar diametraal tegenover staat. Het goede is alles wat voorkomt dat dat soort dingen gebeurt.
Dit is zijn antwoord op nihilisten en op cynici. Het lijden is zo echt, zo werkelijk, dat niemand zich achter nietszeggende argumenten kan verschuilen. We kunnen het niet totaal uitbannen, daarin falen de totalitaire denkers. We kunnen echter wel voorkomen dat wij het doelbewust vergroten. Dat doen, dat is het goede.
Ethische conclusies
De bovenstaande gedachte is het ethische fundament van Peterson. Vanuit dit idee van dat doelbewust lijden toebrengen het Kwaad is, en dat voorkomen het goede is, komt hij tot zijn andere principes, die we ook in de eerdere regels tegengekomen:
Richt je blik omhoog. Let op. Fix wat je kunt fixen. Wees niet arrogant met je kennis. Streef naar bescheidenheid, want totalitaire trots uit zich in intolerantie, onderdrukking, marteling en doodslag. Wees je bewust van je eigen ontoereikendheid, je lafheid, kwaadwilligheid, rancune en haat. Denk na over de moordzucht van je eigen geest voordat je anderen durft beschuldigen en voordat je probeert het weefsel van de wereld te herstellen. Misschien is de wereld niet schuldig. Misschien ben je het zelf. Je bent er niet in geslaagd je te onderscheiden. Je hebt je doel gemist. Je bent Gods genade niet waardig. Je hebt gezondigd. En dat alles is jouw bijdrage aan de ontoereikendheid en het kwaad in de wereld. En boven alles: lieg niet. Lieg nooit meer, nergens over. Liegen leidt naar de hel. Het waren de grote en kleine leugens van de nazistische en communistische staten die de dood van miljoenen tot gevolg hadden.
We hebben de verschrikkingen van de 20eeeuw meegemaakt. Dichter bij de hel kunnen we als mensheid niet komen, aldus Peterson. Nu is het zaak daar nooit meer van in de buurt te komen.
Hoe dat te doen? Opnieuw brengt hij de verantwoordelijkheid bij het individu naar voren. Je dient als eenling je verantwoordelijkheid te nemen en niet het kortzichtige, eenvoudige en leugenachtige na te streven, maar het betekenisvolle. Zo komt hij terug tot de regel:
Betekenis ontstaat wanneer impulsen worden gereguleerd, georganiseerd en verenigd. Betekenis ontstaat uit het samenspel tussen de mogelijkheden van de wereld en de waardestructuur die functioneert binnen die wereld. Als de waardestructuur gericht is op het verbeteren van het Bestaan, dan zal de ontstane betekenis levensondersteunend zijn. Het zal je het tegengif verschaffen voor chaos en lijden. Het zal alles relevant maken. Het zal alles beter maken.
28 reacties
Hallo Floris,
Gaan we de samen vetting van regel 12 nog mee maken.
Het voelt een beetje als het niet af is?
Beste Floris,
Dank voor deze heldere boekbespreking. Het boek van Peterson nodigt uit om vaker in terug te bladeren en daar helpt jouw stuk heel erg bij. Ik kwam via via op jouw site terecht, mooi werk! Ik ben overigens druk bezig om de samengestelde boekenlijst van Jordan Peterson te verslinden.
Ik ben benieuwd naar je ervaringen van je persoonlijke challenge om 30 dagen niet te liegen.
Succes met alles!
Mooie readersguide!
Ik wacht met spanning op zijn nieuwe boek.
Het mooie van Peterson is dat hij jonge mannen weer hun ware zelf laat vinden en zijn, zonder afkeer van mannelijkheid (iets dat je momenteel veel ziet in de maatschappij).
Recentelijk werd hij door een Nederlandse ‘deskundige’ weggezet als die neofascistische professor, waarmee hij primair Peterson zwaar tekort deed, maar ook het begrip fascisme een nieuwe betekenisloze lading gaf. Het is schokkend om te lezen hoezeer Peterson NIET wordt begrepen en verkeerd geïnterpreteerd door woke links.
Waar ik persoonlijk moeite mee heb is zijn christelijke insteek, maar ik ben dan ook een antitheist.
Maar nogmaals; mooie bespreking.
Nadenkertje:
https://www.emancipator.nl/ruben-hordijk-hoe-jordan-peterson-met-zijn-zelfhulpboodschap-giftige-mannelijkheid-stimuleert/
Bedankt! Wat een plezier om te lezen! Een echte hulp om naast het boek te lezen.
regel 5 XD
Prachtige samenvatting en een heerlijke verwoording van de implicaties van Peterson. Ik ben nu zelf aan het boek bezig.
Wat ik zelf graag doe is na ieder stuk te hebben gelezen, wat zelfreflectie toe te passen. Dit bied mij extra duidelijkheid over de regels. Om diezelfde reden heb ik ook een kijkje genomen naar deze samenvatting.
Bedankt hiervoor!
Toffe content en toffe samenvatting. Iedere keer na een hoofdstuk (of als ik een stuk of hoofdstuk van 12 rules for life las) bekeek ik je samenvatting om te kijken of ik het goed heb begrepen en de juiste dingen eruit heb gehaald of dat er nog ergens verborgen schatten liggen.
Thanks hiervoor!!
Groet,
Jop
Dank je, Jop! Fijn dat je er wat aan hebt!
@ idioot: Dankjewel.
Fantastisch werk om dit zo helder samen te vatten. Wacht vol ongeduld op het vervolg. : )
Zaterdag regel 9! Beloofd.
Hallo,
Heb je ook samenvatting van het laatste 4 regels?
Groetjes Feresh
Hoi Feresh,
Ik ben nu bezig met regel 9. De rest gaat nog wel even duren. Je kan je op de nieuwsbrief abonneren en dan krijg je te horen wanneer ze verschenen zijn.
Groeten,
Floris
Ik wil niet zeuren, maar is er al wat voortgang in gekomen?
Nee, verder dan een draft van hoofdstuk 10 ben ik niet gekomen. Momenteel hebben andere zaken prioriteit, waaronder mijn roman, Youtube-kanaal en scriptie (ik volg heel braaf mijn opgestelde hiërarchie van doelen, dank Peterson). Wellicht dat ik in september verder ga.
Sinds het beruchte interview door Cathy Newman op Channel 4 (gotcha !) volg ik Jordan Peterson op twitter en heb al vele van zijn lectures op Youtube gezien.
Zijn boek 12 rules for life gekocht en daarna toch ook nog de Nederlandse versie om het beter te kunnen doorgronden en begrijpen. Zelfs dat vind ik soms lastig.
Daarom heel veel dank en complimenten Floris voor je heldere toelichting en persoonlijke kanttekeningen. Ik vind het zeer waardevol !
Dag Hella, graag gedaan en bedankt voor je reactie!
Volgens mij is Free Speech niet identiek aan vrijheid van meningsuiting. Daaronder kun je allerlei uitingen vatten, ook ondoordachte, schelden enz..
Free Speech bij Jordan is bedoeld als een middel om steeds aan zaken te mogen twijfelen. Het recht dat je hebt om chaos in je leven te mogen en te moeten onderzoeken. Daarbij wordt het zoekkader altijd bepaald door de 12 leefregels en het recht om als individu door het leven te gaan. Het is vanuit deze opvatting dat hij op zeer beargumenteerde wijst op de rechtse en linkse ideologieën die het individu dwingen om in hun denkkaders te denken.
Veelzeggend is dat een SP kamerlid serieus meent dat Jordan voor het sharia huwelijk is. Ik geniet van de bijdragen van Floris. Ik had eerst het Engelse boek.
Bedankt voor je reactie. Peterson begrijpt grotendeels free speech zoals John Stuart Mill dat deed. Hij noemt zichzelf ook een classical liberal, verwijzende naar de traditie van Mill. Het gaat dus inderdaad om het ultieme recht aan overtuigingen te blijven twijfelen, niet om zomaar alles te kunnen roepen. Het moet gaan om het vinden van waarheid. Zie voor Mills opvattingen over dit onderwerp het volgende artikel van mijn hand: https://deidioot.nl/john-stuart-mill-belang-vrijheid-meningsuiting/
Net 2 video’s van Jordan Peterson gedownload als MP3 om te luister/wandelen in het bos. Nog even snel Pierre Capel’s “Het Emotionele DNA” besteld toen ik als aanbeveling de 12 regels kreeg.
Heel blij met je review en de link naar dit blog. Gelijk geabonneerd op je nieuwsbrief.
Vol blije dankbaarheid nu aan de wandel. Stukje later als gepland, maar het is de vertraging meer dan waard. Dank je wel!
Beste Diny,
bedankt voor je leuke berichtje. Ik luister zelf graag zijn college’s tijdens het afwassen. Het is heerlijk hoe we tegenwoordig lichamelijke activiteit kunnen combineren met het luisteren naar denkers.
Veel wandelplezier!
Floris
Hoofdstuk drie was voor mij een zinvolle reflectie op waar mijn leven naar toe gaat. Al mijn vrienden zijn unieke mensen die allen op hun eigen manier absoluut aanbevelenswaardig zijn, maar keer ik de geest van het hoofdstuk binnenstebuiten, dan rijst de vraag of dat voor mij ook geldt en vooral zal blijven gelden. Ik heb er veel aan gehad.
Dat Peterson in termen van uitersten spreekt is mijns inziens noodzakelijk om zijn punt duidelijk te maken, het aanbrengen van nuance is aan de lezer en vergt aanpassing aan zijn praktijk. Jij buit dit in je slotoverpeinzing perfect uit. Ga zo door, vriend.
Bedankt, M. Ik ga zo door.
Zijn sociale constructies volgens Peterson dan niet inherent aan de natuur? Of ziet hij deze dan als fundamenteel andere dingen? Hij lijkt met het voorbeeld met de kreeft het eerste te impliceren..
Sociale ordeningen komen inderdaad grotendeels voort uit de natuur, het zijn dus volgens hem niet louter sociale constructen. Als het alleen sociale constructen zouden zijn, zouden het slechts afspraken zijn. En denk je dat kreeften met elkaar afspreken dat een zich volvreet en de ander crepeert van de honger? Nee. Volgens hem gaan sociale ordes veel dieper dan dat. Ze hebben o.a. hele diepe biologische oorzaken.
Weliswaar een bevestiging van hoe ik de wereld reeds zag, maar wel een erg mooie verdieping en praktische invulling daarvan. Ik heb het boek besteld.
Lekker, vriend.