hoe dwalers op zoek zijn naar de zin van het leven,
hoe ze oploeven tegen elkander, vechten voor aanzien,
dag en nacht met grote inspanning ernaar streven
om de hoogste top te bereiken en macht te vergaren.
Wat een droefgeestige mensen en hersens zonder visie!
Titus Lucretius Carus (99-55 v.Chr), Romeins dichter en aanhanger van het Epicurisme, schreef bovenstaand fragment. In zijn Leerdicht over de Natuur (Gutenberg, ENG), hier prachtig vertaald door Marguerite Prakke, behandelt hij die gehele Epicurische filosofie. Hij begint zijn gedicht over de structuur van de werkelijkheid, dat volgens hem bestaat uit en atomen en lege deeltjes, rekent zo definitief met de Goden af, en beweegt zich dan naar de mens. Daar dicht hij op fantastische wijze over de gevaren van de liefde en onze onnodige angst voor de dood.
Tussendoor stelt Lucretius meermaals de vraag wat filosofie voor ons kan betekenen. Het kan ons niet vertellen wat de zin van het leven is, er is namelijk geen bedoeling van ons bestaan. Wij zijn slechts een toevallige samenklontering van atomen. Wel leert de filosofie ons hoe we moeten leven – we zijn er namelijk nu toch, dan maar het beste ervan maken.
Het probleem is volgens hem dat mensen het leven veel te complex maken. We maken het te zwaar:
Als de mens de oorzaak van de last die op hun
geest drukt en hen uitput, net zo konden begrijpen
als ze de zwaarte ervan voelen en ook zouden inzien
hoe zo’n massa ellende in hun hart terecht komt,
zouden ze niet zo leven zoals we dat vaak nu zien:
ze weten niet wat ze willen en trekken voortdurend van plaats naar
plaats in de hoop dat ze daar hun last kunnen laten vallen.
Hij constateert dat we als dwazen haastig zoeken zijn naar een plek waar het beter is. Net als Seneca die beweerde dat gelukkig worden bij jezelf begint meent Lucretius dat we vergeten dat we meestal geen last hebben van onze plek, maar van onszelf:
Wie zich thuis verveelt verlaat vaak zijn grote villa
en gaat op reis, om snel naar huis terug te keren
omdat hij merkt dat het niet beter is daarginder.
Zo tracht ieder mens zichzelf te ontvluchten, maar hij
kan dat niet, hij zit tegen zijn zin aan zichzelf vast en haat het,
omdat hij ziek is en de oorzaak niet kan begrijpen.
Als je ongelukkig bent, dan heb je volgens Lucretius niet goed begrepen waar dit leven om draait: genot en het ontlopen van pijn.
In wat voor diepe duisternis en groot gevaar wordt dit beetje
aardse leven doorgebracht! Zie jij dan echt niet
dat het enige waar de natuur om vraagt een lichaam
is zonder pijn en een geest die vrij van zorgen en angsten
blij kan genieten met een gevoel van welbehagen?
Een simpel leven, dat is genoeg. Meer hebben we niet nodig – dat leert de filosofie ons. We hoeven helemaal niet zoveel te willen, want “Rijkdom lijkt op het water van de zee: hoe meer je ervan drinkt des te meer dorst je krijgt,” schreef Schopenhauer bijna negentienhonderd jaar later in De kunst om gelukkig te zijn.
De menselijke natuur vraagt zelf niet om meer luxe
als er geen gouden beelden van jongens verspreid door het huis staan
die in hun rechterarmen brandende fakkels dragen
om de nachtelijke banketten bij te lichten,
als het huis niet blinkt en schittert van goud en zilver
en de vergulde balken geen harpmuziek weerkaatsen,
wanneer men net zo goed met vrienden languit in het
zachte gras bij de oever van een beek in de schaduw
van hoge bomen zich heerlijk verkwikt zonder veel kosten,
vooral wanneer het weer eenieder toelacht en de
lente de groene weiden overdekt met bloemen.
De meest waardevolle zaken in de wereld, zoals vriendschap en buiten zijn in de natuur, zijn gratis, aldus Lucretius. Die zijn niet te koop.
Lucretius concludeert:
We zien dus dat voor ons lichamelijk welzijn erg weinig
nodig is, alleen maar wat dingen die pijn verdrijven
en die ons ook heel wat te genieten kunnen geven.
Er is ook geen hoger doel of iets dergelijks; er is geen plan. We zijn slechts toevallig bij elkaar gekomen atomen volgens hem en als we sterven verdwijnen we weer. Als we opzoek zijn naar de zin van ons leven stellen we dus de verkeerde vraag. We hebben slechts kostbare tijd, die we niet moeten verkwisten, om te genieten.
Dit is overigens volgens hem geen excuus om hele alleen maar te dagen te feesten en drugs te gebruiken. Als je te veel nadruk legt op plezier op de korte termijn, dan verga je het geluk op de lange termijn. Gezond zijn is namelijk een voorwaarde om plezier te blijven maken, en vooral om pijn te blijven vermijden. Van Diabetes wordt niemand gelukkig.
De Leerdicht over de Natuur bevat nog veel meer interessante inzichten. Bijvoorbeeld over liefde, vrouwen versieren en hoeren bezoeken, de sprookjes die Goden heten, de structuur van de werkelijkheid en waarom het onzinnig is bang te zijn voor de dood. Het is absoluut de moeite waard om in zijn geheel te lezen, al is het alleen maar al voor de prachtige poëzie. Lees daarnaast werken van de grootste filosofische concurrent van die tijd: de Stoa. Zij schreven onder andere over de wereld willen zoals hij is, waarom gelukkig worden bij jezelf begint en het al eerder aangestipte relaas over het verkwisten van onze tijd.
1 reactie
Mooie tekst! Ik vind Lucretius zeer inspirerend, probeer hem tweetalig te begrijpen. Dank voor je verhaal!