Vliegen zijn niet populair. Zeg iemand dat je vliegen vangt en ze kijken je aan of je een tik van de molen hebt gehad. Bijen, vlinders, dat begrijpen mensen.
Maar vliegen, waarom zou je voor de je lol op een vrije dag met een netje uren langs de weg staat en vliegen vangen?
Deze vraag en meer beantwoordt de Zweedse auteur en vliegengek Fredrik Sjöberg in zijn boek De vliegenval. Het werk is een bijzondere combinatie van anekdotes, filosofische beschouwingen, biografieën over andere vliegenverzamelaars, een autobiografie en een reisverhaal. Allemaal over vliegen.
Hij neemt ons mee naar allerlei plekken op de wereld, Rusland, Japan en naar de kant van de weg in Zweden waar iedere zomer frambozenstruiken, distels en en spirea’s bloeien. Daar zwaait hij dan met zijn net. Chloroform en glazen potten in de aanslag.
De vliegenvanger
Wandelaars kunnen het niet laten te vragen wat hij aan het doen is. Zijn meest gebruikte antwoord, hier vertaald door Geri de Boer:
‘Ik vang vlinders.’
Dat is de goedkoopste leugen. Hij werkt bijna altijd uitstekend en leidt niet tot vervolgvragen. De vlinderverzamelaar wordt, denk ik, beschouwd als een in zekere zin aandoenlijk persoon, kwetsbaar en een beetje zielig, iemand die je daar zonder verder commentaar in het zonnetje moet laten staan. Alleen een moederlijk glimlachje en hooguit een opbeurend ‘aha!’. Niemand hoeft te vragen wat een vlinder is en iedereen weet dat er volwassen mannen zijn die ze verzamelen.
Goed, maar het is wel een leugen en soms denken mensen dat alle vlinders beschermd zijn en hij dus een perverse crimineel.
Zeggen dat hij daadwerkelijk vliegen verzamelde werkte evenmin. Mensen reageerden veelal in de trant van: ‘Nou kom dan maar eens bij mij thuis, hoor. Daar zijn er zat.’ Vervolgens moest hij dat weer ophelderen en voor hij het wist was was hij in allerlei gesprekken belandt – vliegen vangen deed hij dan niet.
De traagheid
In een vlaag van inspiratie zei hij simpelweg een keer dat vliegen vangen zijn manier van om traagheid de begrijpen. Dat werkte. Traagheid, dat begrepen de mensen.
De reacties waren altijd uitbundig; zodra ik over de traagheid begon, was het alsof alle mensen uit de hele wereld in hun hart vliegenverzamelaars waren, alleen was het nog niet eerder in hen opgekomen. Sommigen hadden hele boeken over traagheid gelezen en hielden lange monologen over hoe goed alles was wat langzaam ging.
Ha, je kent ze vast wel. De traagheidsfilosofen. Wat langzaam is, is beter. Van die idioten die hun smartphone weggooien en internet afsluiten in een poging het leven af te remmen.
Fredrik gaat verder:
Welwillend luisterde ik naar de bijna koortsachtige verklaringen van de voor het familieleven geluchte toeristen waarom onze hele tijd als het ware geïnfecteerd is door snelheid: de communicatie gaat sneller dan vroeger, evenals de nieuwsstroom; mensen praten sneller, eten sneller, veranderen vaker van mening en zijn meer gestrest, terwijl de hele wereld in razend tempo verandert. Der snelheid van de technische ontwikkeling is absoluut sensationeel; de markt wordt werkelijk overspoeld met nieuwe modellen van ontelbare goederen, die allemaal sneller zijn dan de spullen die de markt vorig jaar of zelfs nog maar een halfjaar geleden overspoelden, de computers voorop natuurlijk, en de telefoons, maar zelfs de broodroosters zijn tegenwoordig zo snel dat ze de kritische grens bereiken waarbij het brood aan de buitenkant is verbrand terwijl het van binnen nog niet eens lauw is. En dan hebben we het nog niet eens over de handel in valuta’s en waardepapieren.
‘Nou en of,’ zei ik dan, en ik zwaaide wat met mijn netje.
Fredrik vangt gewoon vliegen. Omdat hij het boeiend vindt. En dat lijkt niemand te begrijpen. Traagheid niet als bewust doel of middel – traagheid uit aandacht.
Mooi toch. Lees De vliegenval in het geheel voor meer intrigerende anekdotes en bespiegelingen. Ik had niet verwacht dat ik het zo interessant zou vinden. Bijen… vlinders… doe mij maar een vlieg.