Wij zijn het ultieme verspillende dier.
Kogelbrieven, met zijn hoofd op de voorpagina van alle kranten, op straat uitgescholden en op de universiteit niet meer welkom: dit maakte Theo Scholling* allemaal mee in 1963 vanwege zijn toen geplande promotie getiteld Waarom iedereen moet sterven. Zijn promotie aan de universiteit van Deventer ging niet door, Theo Scholling ontvluchtte het land, zei gedag tegen de filosofie en handelde de decennia daarop succesvol in antiek. Nu op zijn oude dag is hij terug en publiceert alsnog zijn filosofische onderzoek, ditmaal als boek. Het ligt vanaf April 2016 in de Nederlandse winkels en ik sprak hem gisteren over dit nu al spraakmakende essay.
Dag Theo Scholling. Allereerst, om maar direct binnen te vallen, wat is precies de strekking van uw boek?
“Het zijn verschillende pogingen in radicaal anders denken – omdenken noemen ze dat tegenwoordig. Pogingen om eens de mens niet als hoogste schepping te denken dat koste ten koste van alles moet blijven bestaan, maar bijvoorbeeld als een ziekte, als een tijdelijk fenomeen, als een foutje van het universum, als een moordend dier, als een tussenstap in de evolutie, als een oneindig lijdend wezen dat wanhopig zoekt naar zingeving of als een verspillende machine. Keer op keer kom ik tot de conclusie dat er geen enkele reden is waarom mensen zouden moeten blijven bestaan.”
Waarom hebt u er nu toch weer voor gekozen om de publiciteit op te zoeken? Het heeft u toen zoveel narigheid gebracht, uw carrière als filosoof geëindigd en zelfs tot meerdere doodsbedreigingen geleid.
“Terwijl ik mijn promotie schreef voelde ik mij gedreven als een bezetene, ik had ideeën die eruit moesten, die gedacht moesten worden. Ze waren als kots en ik was volop aan het braken. Iedere dag weer. Ik was jong en wilde provoceren, een naam maken. Ik wilde mensen dwingen na te denken over dat wat we voor onmogelijk houden: een universum zonder mensen. Dat hele feest ging niet door, helaas. Maar ik denk dat we nu in een andere tijd leven; ik hoop het althans.”
Uw titel is dat de mens moet sterven. Maar dat er geen goede redenen zijn waarom de mens zou moeten blijven bestaan, zoals u eerder al zei, impliceert niet het tegendeel, dat de mens moet sterven.
“Dat klopt, maar op een universele schaal bestaat er ook helemaal geen moeten. Er is geen godje of wet die bepaalt wat wel en niet mag en moet. Het enige moeten dat bestaat is hypothetisch: iets moeten omdat je iets wilt. Bijvoorbeeld, als je professioneel schaker wilt worden dan moet je Kasparov bestuderen.
Dat betekent niet jij met je neus op het schaakboord de potten van Kasparov moet analyseren; nee, slechts als je een professioneel schaker wilt worden, moet je dat doen. Zo is het met al het moeten in het universum. Wil je dat de mens blijft bestaan, dan zou je een debiel zijn om ons uit te roeien. Maar stel je wilt miljoenen planten en diersoorten redden van uitsterven, dan moet je de mens uitsterven.”
U vergelijkt de mens meermaals met een kankergezwel. Ik moet het toch vragen, waar is dat nou voor nodig? Het had ook anders gekund. U krijgt gegarandeerd weer een hele strontkar over u heen en zal mensen onnodig kwetsen.
“Kanker is een van de ernstige ziektes die een mens maar kan krijgen. Het vreet je helemaal op, holt je uit tot er niets meer is. Je sterft; de kanker gaat met je mee in het graf.
Vanuit het perspectief van de aarde zijn wij een kankergezwel: wij vreten de aarde helemaal op, wij hollen het uit tot er niet meer over is. En waarom doen wij dit? Ik heb geen idee. En net zoals je kanker niet kan verwijten een mens te doden – het doet slechts wat het kan, het vermenigvuldigd, het sloopt, het moord – kan je de mens niet verwijten alles om hem heen te plunderen. Wij doen slechts wat wij doen, zonder uiteindelijke reden. Wij zijn de grootste vernietiger die de aarde ooit gekend heeft: wij zijn kanker.
Dat mensen zeggen dat ze het woord ‘kanker’ vervelend vinden kan ik niet zo veel mee, mijn vrouw is drie jaar geleden aan kanker overleden. Ik ken het verdriet. Maar dit is filosofie. En bovendien, hoeveel mensen zijn er niet gedood door mensen? Ik krijg toch ook geen politie achter mij aan voor het gebruik van het woord ‘mensen’: de uitvinder van concentratiekampen en de slavernij.”
Heeft u nog een laatste boodschap?
“Koop het boek. Maar vooral – sapere aude, durf te denken. God schiep zogenaamd de mens op de zesde dag, als kers op de taart na bijna een week lang zwoegen. Van dit sprookje zijn we nooit helemaal afgekomen. Wij begrijpen nog steeds niet dat God dood is en beschouwen onszelf nog altijd als het ultieme middelpunt. Ethiek, nog zo’n menselijk product, gaat niet over wat goed is, maar wat goed is voor de mens.
Je hebt inmiddels ook wat andere dappere pogingen tot wat ik echt radicaal denken noemen, zoals Latour die de dingen politiek probeert te laten worden. Ineens krijgen bij hem de zeeën, bossen, koelkasten en letters ook een stem in een parlement van de dingen. Dat is interessant. Wij vinden onszelf zo geniaal omdat we dammen bouwen en bomen planten in nette rijtjes. Maar bedenk je eens hoe ontzettend veel moeite wij moeten doen voor een hamburger en af en toe seks. Een boom kan de hele dag stil staan, water komt vanzelf en voor zijn voortplanting gebruikt hij de wind. Voor een beetje eten graven wij de hele wereld overhoop, voor voortplanting stichten wij talloze oorlogen. Wij zijn het ultieme verspillende dier.
Betekent dit alles dat de mens moet sterven? Nee, niet vanuit het perspectief van de mens, wat jij en ik tenslotte zijn. Maar ik vind wel dat we het serieus moeten doordenken. Dit boek is denken. En als je dat niet wilt, dan raad ik een andere hobby aan, bijvoorbeeld antiek verkopen of een beetje tuinieren.”
*Dit is niet zijn echte naam. Deze is vanwege veiligheidsoverwegingen gefingeerd.