De Griekse ‘presocratische’ – eigenlijk is dit een vreemde aanduiding aangezien hij in de tijd van Socrates leefde – geleerde en filosoof Democritus (ca. 460 v.Chr.-380/370 v.Chr.) wordt meestal herinnerd door zijn atoomtheorie. Hij zou de eerste, of na zijn leermeester Leucippes, de tweede zijn die in het Westerse denken met een dergelijke theorie kwam. Mij viel iets anders op in het bestuderen van zijn overgebleven fragmenten (eBook). Hij concludeert op rationele gronden dat het beter is om geen kinderen te krijgen.
Ik denk niet dat iemand kinderen zou moeten hebben. Ik observeer dat in het verkrijgen van kinderen er vele risico’s zijn en veel verdriet, waar de oogst zelden is, en als die al bestaan, het vaak dun en arm is.
Kinderen zijn noodzakelijk wil de mens als soort voort blijven voortbestaan. Dit betekent echter volgens Democritus niet dat jij of ik kinderen moet baren.
Maar het is duidelijk in andere dieren ook: ze hebben allemaal nageslacht door de natuur, maar niet voor één of andere winst. […] maar voor de mens is het nu een vaste overtuiging geworden om dat er een voordeel moet zijn aan nageslacht verkrijgen. (278)
Deze conclusie, dat het goed is om nageslacht te krijgen, is volgens Democritus een verkeerde afleiding uit de natuur. Voor de gehele soort mens is het misschien wel noodzakelijk, maar het individu hoeft geen kinderen te krijgen – zolang genoeg anderen dat wel doen.
De beste manier voor een man om zijn leven te leiden is door zo vrolijk mogelijk te leven en zo weinig mogelijk te lijden. (189)
Dit is het principe waarop Democritus zijn ethiek baseert. We zien iets soortgelijks later terug in het Epicurisme en het utilisme. Dit betekent overigens niet dat we ons de hele dag moeten volvreten en seks moeten hebben.
Juist de matigheid, het kunnen afzien van je ‘beestachtige’ verlangens (om bijvoorbeeld kinderen te krijgen) geeft uiteindelijk meer plezier. Hij zegt in hetzelfde stuk:
Dit kan gebeuren als iemand zijn plezier niet zoekt in sterfelijke dingen. (189)
Democritus plaatst het ratio, het verstand, het denken, boven het lichamelijke genot. Wat we hier zien is iets dat bij heel veel filosofen terugkomt. ‘Het is beter om een ontevreden Socrates te zijn, dan een tevreden varken,’ schrijft John Stuart Mill, één van de grondleggers van het utilisme, meer dan 2300 jaar later. Bij Democritus zie je deze gedachte al.
Het is moeilijk verlangen te bevechten, maar het controleren er van is het teken van een redelijke man. (236.)
Juist de matigheid, het nee kunnen zeggen met onze ratio tegen de lichamelijke dwang, onderscheidt ons van dieren en zou ons een hogere mate van geluk geven. Het probleem van de lichamelijke verlangens is namelijk dat ze altijd maar voor een korte tijd een fijn gevoel geven en dat de verlangens nooit stoppen. Wat we moeten doen is leren deze verlangens te controleren en niet overgeven aan de excessen.
Allen die hun plezier halen uit hun buik, het seizoen voorbij gaan in het eten of drinken of seksuele plezier, hebben plezier dat maar even en kort leeft, (dat is), alleen maar wanneer zij eten en drinken, maar de kwellingen zijn talrijk. Want verlangen is altijd aanwezig voor dezelfde dingen en wanneer mensen krijgen wat ze verlangen, verdwijnt het plezier weer snel, en hebben ze niets goeds voor zichzelf behalve een kort pleziertje; en dan komt de noodzaak voor dezelfde dingen weer terug. (235.)
Vergelijk dit ook met wat Seneca zegt ook verlangens.
En als we nu dit idee van de ratio boven de lichamelijke verlangens gebruiken omtrent het vraagstuk van kinderen krijgen, dan moeten we wel beseffen dat zelf kinderen krijgen slechts een dierlijke behoefte is. Een behoefte die vaak tot ongeluk zal leiden en daarom moet worden ingedamd.
Het grootbrengen van kinderen is vol valkuilen. Succes wordt verkregen door strijd en zorg, maar falen betekent verdriet voorbij al het andere. (275)
Het is daarom beter om ze niet zelf te krijgen, maar bijvoorbeeld het beste kind van één van je vrienden te adopteren. Op die manier zorg je ervoor dat je er één krijgt met een karakter dat je aanstaat. Zo loop je minder risico, want als je zelf een kind baart moet je hem accepteren zoals hij is (en de kans op mislukking is nogal groot volgens Democritus) en zal je uiteindelijk zelf gelukkiger zijn.
Democritus komt dus met zijn verstand tot de overtuiging dat het goed is om zelf geen kinderen te krijgen. Het is het verstand dat ons tot ware kennis en het goede leven brengt: veel wijsheid, vrolijkheid en weinig lijden. Oftewel: krijg geen kinderen!
2 reacties
Ik vind niet dat het een mens compleet maakt
Al zit er veel waarheid in deze opinie. Eigen kinderen zijn geen garantie op gelukkig zijn.(toch niet gedurende zijn hele levensloop), maar het maakt een mens wel ‘Af’.