Aischylos staat bekend als de eerste van de drie grote Griekse tragedieschrijvers, de anderen zijn Sofokles en Euripides. Alle drie leefden ze zo’n vijf eeuwen voor Christus. In die tijd was er een jaarlijks festival waarin de tragedies voor publiek werden opgevoerd Helaas zijn over de jaren heel veel tragedies verloren gegaan, of slechts deels bewaard gebleven. Het bijzondere aan het verhaal van Orestes is dat dit in zijn geheel nog is overgeleverd.
Het plot: Een man offert zijn dochter aan de goden. Zijn vrouw neemt wraak voor haar dochter en vermoord haar man. Haar zoon neemt wraak voor zijn vader en vermoord zijn moeder. Volg je het nog? Dit is in het kort het plot van de drie tragedies van Aischylos, die samen het verhaal van Orestes vormen.
De thema’s die spelen in het verhaal zijn van alle tijden: verdriet, verlangen naar rechtvaardigheid en wraak. Wanneer mag je wraak nemen? En leidt wraak niet alleen maar tot weer nog een vergelding?
Eigenlijk is heel het verhaal één grote rechtszaak, waarin verdachten terecht staan en zowel de goden als de toehoorders oordelen over het lot van hen die zelf vergelding voor hun verliezen zochten.
Zowel de moeder als de zoon, beiden moordenaars met hem mes, handelend uit rancune, weten mijn sympathie te verdienen. Na het horen van beide verhalen begrijp ik hun verdriet, woede en drang tot vergelding. Maar begrip alleen heeft nog nooit iemand teruggehaald uit de dieptes van de onderwereld.
Ik vraag me het eigenlijk af, of we 25 eeuwen later, nu dus, de les van Aischylos wel hebben begrepen, of dat we nog precies zo monsterlijk/menselijk zijn als we toen waren.
Tijdens het lezen van dit werk trok ik namelijk telkens parallellen naar onze tijd. Beelden van bomaanslagen, instortende gebouwen en ontploffende treinen, maar ook die van drone-strikes en huilende jongens die bang zijn voor wat er door de lucht spookt, flitsten door mijn hoofd. Het eerste noemen wij een daad van terreur, het tweede hoogstens een noodzakelijk kwaad. Zij wreken hun gevallen broeders, wij de onze, of proberen tenminste onze belangen te verdedigen en te voorkomen dat ze ons kunnen treffen.
Van olie en azijn, gegoten in dezelfde kom,
kun je niet zeggen dat ze als vrienden scheiden.
Zo zijn ook van verliezers en veroveraars apart
geluiden van een dubbel lot te horen: de eersten,
over het lichaam van hun man of broer gebogen, kinderen
over ouders die hen voedden, beklagen uit een keel,
niet langer vrij, de dood van hun geliefden. De anderen
voert het zwoegend nachtelijk zwerven na de strijd
vol honger naar een ontbijt met wat de stad hun biedt,
niet op een teken, ordelijk, maar zoals elk zijn lot
toevallig heeft getrokken.
Willen wij die veroveraars zijn en hun familieleden tot de echte verliezers maken? Is dat het wat het betekent om rechtvaardig te zijn?
Het is het recht van de sterkste dat regeert, zal de Griekse tragedieschrijver Thucydides beschrijven.
De woorden van Athene flitsen weer door mijn hoofd.
U wilt liever schijn dan echt rechtvaardig zijn.
Wij, en hier generaliseer ik maar even, pretenderen rechtvaardig te zijn. Wij zeggen te jagen op terroristen, verkrachters van vrouwen en cultureel erfgoed, massamoordenaars en mishandelaars. Maar waar komen die vandaan? Zijn zij niet veeleer een gevolg van onze eigen daden? Zoals ook Klytaimestra door haar eigen zoon wordt geslacht omdat zij zijn vader naar Hades heeft gezonden. Riep Klytaimestra niet met haar daad – dat er ook al één was van wraak – haar eigen dood af?
Doen wij misschien niet precies hetzelfde met ons buitenlandbeleid? Wij bemoeien ons met zaken die ons niets aangaan, wij claimen wraak te nemen voor de gevallenen in de Twin Towers, maar waarom was er überhaupt een aanslag op de Twin Towers?
Ik weet het ook niet.
En misschien zelfs als wij een oorspronkelijke schuldige kunnen aanwijzen – wat wij westerlingen haast wel moeten zijn gezien ons verleden, wij dachten (verleden tijd?) de hele wereld te kunnen bezitten – dan is het nog de vraag of het er echt om gaat om wie er ooit oorspronkelijk schuld had. Ik denk dat het niet alleen een onmogelijke vraag is, bloedvetes gaan soms zolang terug dat we alleen nog weten dat we ruzie hebben en gruwelijkheden van de ander kunnen herinneren, maar ook een onzinnige. Waar het om gaat is hoe de situatie nu is. En daarin zijn in onze ogen onze eigen handen natuurlijk schoon, of in ieder geval gerechtvaardigd met bloed overgoten.
Wat wellicht veel belangrijker is dan een schuldige van het conflict proberen aan te wijzen, is het verhaal van de ander te horen. Begrip krijgen voor wederzijds verlies en verdriet. Athene zei:
Er zijn hier twee partijen. Dit is de helft van het verhaal.
Wij horen hier misschien veel te veel ons verhaal, wat logisch is, want het is ons verhaal, een verhaal dat wij delen, voelen en kunnen begrijpen. Als ik mijn ogen sluit zie ik zo weer een vliegtuig het WTC doorboren. Alleen wij moeten niet vergeten dat dit slechts de helft van het verhaal is. Zij – degenen die nu dagelijks bestookt worden door onze onbemande vliegtuigjes – hebben ook hun verhaal. Zij zijn bang voor de lucht en durven haast niet meer omhoog te kijken uit angst voor onze vergelding.
Ook zij hebben hun redenen, hun verliezen, hun doden, hun verdriet. Laten we dat alstublieft niet vergeten.
Overal waar in het Griekse land
de troepen zijn uitgerukt,
is in ieders huis
een rouwende vrouw
met een radeloos hart te vinden.
Ja, veel gaat door merg en been.
Zij weten wie ze stuurden
maar in plaats van een held
keert in elke woning
een urn met as terug.
Want dat is de brute realiteit van oorlog, ook van de oorlog die wij nu voeren. Nadat de bommen ontploft zijn blijven slechts as, rouw en nieuwe wraakgevoelens achter.