Naast mij aan de kade van de Rijnhaven te Rotterdam zitten Hendrik de Jong (1995) en Jos de Koning (1931). Aanleiding voor dit gesprek is een open brief die Hendrik schreef genaamd jullie tijd zit erop, waarin hij betoogt dat stemrecht bij vijfenzestig moet eindigen. Ze hebben ‘hun tijd gehad de wereld te vormen naar hun ideaal’, aldus Hendrik. Jos de Koning, gepensioneerd ambtenaar, is het absoluut met Hendrik oneens en meent zelfs dat ‘blatende lammetjes als Jos zich niet met de politiek zouden moeten bemoeien’.
Hendrik, waarom moet het actieve kiesrecht, oftewel het stemrecht, volgens jou eindigen bij 65?
Hendrik: Kijk om je heen. We leven in een prachtig land, maar ook een vol problemen omtrent immigratie, het klimaat en de online wereld. Die vragen om hedendaagse oplossingen. Nog nooit veranderde ons kikkerlandje zo snel. Oude mannen als Jos hebben de tijd gehad ons land te vormen naar hun ideaal. Dit hier is het werk van alle generaties die voor ons kwamen. Daarvoor mijn dank.
Maar wij zijn de toekomst. Wij gaan hier nog decennia vertoeven. Onze kinderen gaan hier opgroeien en moeten straks werken voor de 65+’ers waar ik het over heb. Die grijsaards werken niet eens meer. Iedere maand incasseren ze hun cheque en iedere dag verlangen ze terug naar vroeger. Ze zuigen ons leeg met hun stijfheid en hebzucht. En ho maar dat ze langer willen werken. Ze denken dat ze het zwaar hebben met hun mini-pensioen, maar onze generatie moet met veel minder werkenden dadelijk ontelbare babyboomers onderhouden.
Dan is het toch meer dan logisch dat degenen wie de toekomst aangaat, die de last gaan dragen, de toekomst mogen scheppen?
Jos, wat vind je daarvan?
Jos: Jammer, doch typerend voor de generatie van deze broekies. Ze kenmerken zich door hun ondankbaarheid. Wij hebben gewerkt voor dat geld. Harder gewerkt waarschijnlijk dan zij ooit zullen doen. Het feit dat ze kunnen studeren en in zo’n veilig land leven, dat al decennia geen oorlog of honger kent, komt door de mensen van mijn generatie.
Die broekies leven in een klimaat dat geobsedeerd is door snelheid en jeugdigheid. Een rimpel wordt gezien als een teken van verval. Ze zien de schoonheid van ouderdom niet, de wijsheid evenmin. Met de jaren word je wijs. In alle generaties voor ons waren het de alleroudsten die de gemeenschappen bestuurden. Zij waren door schande wijs en waakten de rest ervoor in hun valkuilen te stappen.
Hendrik: Luisteren naar dorpsoudsten was aardig in een wereld waarin de zoon van een bakker bakker werd, en zijn kleinzoon ook, maar nu verandert alles zo snel dat we mee moeten. Bejaarden kunnen niet met een smartphone omgaan. Ze begrijpen de wereld niet en hunkeren naar vroeger. Dat is niet erg, maar dan moet je ze geen stemrecht geven. Anders krijg je brexits everywhere.
Jos: Wat een geblaat. Als eenentwintigjarige snotaap heb je nog niets van de wereld begrepen. Je bent totaal afhankelijk van de samenleving. Tot nu toe hebben we alleen nog maar in je geïnvesteerd. Jij hebt nog niets teruggegeven, nog nooit werkelijke verantwoordelijkheid voor anderen gedragen. Je kent de wereld via je smartphone, maar je hebt nog nooit oorlog gezien, honger meegemaakt. We zijn dankzij mijn generatie rijk. En jullie willen alles veranderen. Dat is vragen om chaos.
Hendrik: We moeten wel. De wereld is al een chaos.
Jos: Nee, dat denken jullie maar door jullie Twitter en andere paniekzaaiende media. Je hebt echt geen idee hoe goed je het hebt. Onze huidige rijkdom is een fragiel iets. Jij ziet overal problemen en wilt meteen aan alle knoppen draaien.
Hendrik: En u wilt zodra het lastig wordt liever niets doen dan terugkruipen in het bekende. U bent als een slak. We moeten naar buiten durven te kijken.
Laten we het omdraaien. Jos, wat kan jouw generatie leren van de jongere generatie? Hendrik, wat kunnen jullie leren van Jos’ generatie?
Jos: Mijn kleindochter reisde vorig jaar zes maanden door Azië, helemaal in haar eentje. Dat zie ik mijn leeftijdsgenoten niet zo snel meer doen. Voor velen is een retourtje Albert Heijn al een hele onderneming geworden. Daardoor komen we soms onvoldoende in aanraking met nieuwe ideeën. Ik denk dat gesprekken als deze ook wel helpen.
Hendrik: Wat u hiervoor zei, over verantwoordelijkheid, spreekt me toch wel aan. Mijn leeftijdsgenoten, en misschien ik ook wel, zijn zo makkelijk in het wijzen van ons vingertje. Het ligt aan die en die en die. Misschien zouden we eerst naar onszelf moeten kijken, wat wij kunnen doen. Maar dat maakt het zo jammer dat we worden tegengehouden op het moment dat we proberen dingen te veranderen.
Jos: Dat geldt altijd voor iedere generatie. Denk je niet dat ik mijn ouders niet conservatief vond? Later denk je wel anders.
Hendrik: En de oudjes zeikten altijd al over de jeugd. In de woorden van Cicero: “Tijden zijn slecht. Kinderen gehoorzamen niet langer hun ouders, en iedereen schrijft een boek.”
2 comments
Hendrik zou mijn zoon kunnen 😉
Heeft je zoon niet ook een beetje Jos in zich ;)?