Floris Leest
  • Teksten
  • Video’s
  • Club
  • Contact
  • Agenda
abonneren
Floris Leest

Kritisch en speels

Floris Leest
  • Teksten
  • Video’s
  • Club
  • Contact
  • Agenda
5K
3K
0
  • Gesprekken

Niet jezelf zijn: een pleidooi voor een meervoudige persoonlijkheid

  • april 29, 2016
  • Floris Leest

In mijn speurtocht naar levensveranderende ideeën ontmoette ik de filosofe Anna Belkoop. Dat is niet haar echte naam en van de titel filosofe houdt ze niet. Het zou haar ‘reduceren tot enkel een denker’. Ze stelt dat ze tevens soms de rol van moeder, lezer, wandelaar, pornoliefhebber, sokkenverzamelaar, gtst-verslaafde vervult, en nog vele andere, afhankelijk van de tijd en de omgeving waarin ze zich bevindt. In één label wil ze zich niet laten vatten, juist omdat ze de mens beschouwt als veelvoud en niet als enkelvoud, nogal lastig als je iemand  in een alinea probeert te introduceren.

Dag Anna, wat bedoel je met ‘niet jezelf zijn’?
“Mijn moeder zei altijd dat ik ‘mezelf moest zijn’. Ik vroeg mij telkens af, wat is dat, jezelf zijn? Alsof er een soort kern, een ziel, in mijn lijf huist wat ik echt ben. Alsof ik ooit niet mezelf kan zijn. Veel eerder denk ik dat er talloze verschillende versies van mij bestaan, die afhankelijk van de omgeving in diverse gedaanten openbaren. Bij mijn ouders aan de keukentafel boer ik het hele alfabet bij elkaar, bij mijn schoonouders volg ik de etiquette tot de laatste letter. Het is niet alsof ik op de ene plaats wel mezelf ben en de andere niet. Beide zijn ik, maar anders.”

Zou je niet kunnen zeggen dat je bij je schoonouders een toneelrol speelt? Dat je je anders voordoet dan je bent?
“Nee, juist niet. Ook bij mijn ouders draag ik een masker.

Wellicht ben je soms meer of minder bewust dat je een bepaalde rol aanneemt, maar speel iets vaak genoeg en het wordt natuurlijk. Een zevendelig servies gebruiken kost mij evenveel moeite als met mijn handen eten.”

Stel dat je ouders niet aan de tafel zitten, en je bent alleen, zou je dan nog boeren?
“Ik snap wat je probeert. Je denkt, misschien is je echte zelf wel wie je bent als je alleen bent. Maar je bent nooit werkelijk alleen, als mens besta je nooit in een vacuüm. Altijd en overal leef je in interactie met een veranderende omgeving. Je bent in de wereld, en afhankelijk van die wereld gedraag je je anders. Ga maar na: als je door een bos slentert acteer je anders dan tijdens het lezen van je favoriete roman. ’s Avonds in bed ben je anders dan ’s ochtends.”

Maar er zijn toch wel bepaalde overeenkomsten? Ik merk aan mijzelf dat ik bepaalde karaktertrekken heb die ongeacht de omstandigheden naar boven komen.
“Dat is maar de vraag. Ik beschouw mezelf het liefst als een goed mens en hoop altijd dat ik nooit werkelijke slechte dingen zal doen. Maar hoeveel mensen hebben niet meegewerkt aan de genocide van de Joden in de tweede wereldoorlog? En kom niet aan met de flauwekul dat zij allemaal in en in verrotte mensen waren. Ik durf niet van mijzelf te zeggen dat er geen enkel scenario denkbaar is waarin ik niet een kampbeul zou zijn, hoe zeer ik ook die gedachte haat. Ik kan gelukkig oneindig meer scenario’s bedenken waarin ik niet tot zulke gruweldaden in staat zal zijn.”

Toch zijn er voorbeelden van kampcommandanten die wel degelijk medeleven toonden, die zelfs in die extreme omstandigheden medemenselijk gedrag vertoonden, die bijvoorbeeld met gevaar voor eigen leven aardappelen naar uitgemergelde gevangen smokkelden. Ik geloof niet dat mens een compleet plastisch wezen is dat volledig door zijn omgeving wordt bepaald.
“Ik ook niet. Sterker nog ik denk dat we veel vrijer zijn dat we beseffen. Het problematische is dat we telkens de ander reduceren tot een bepaald kenmerk dat ons opvalt. ‘De kampbeul’ beschouwen we alleen maar als kampbeul en niet tevens als zorgzame vader, als briljante vioolspeler, als liefhebber van de ochtendglorie.

Die beul was zelf natuurlijk geen haar beter. Hij beschouwde sommige mensen alleen maar als Joden, als niet-mensen, rijp voor de gaskamers. Juist die extreme reductie van de veelheid van iemands bestaan tot een bepaald kenmerk, in dit geval ras of politieke voorkeur, heeft tot die verschrikkingen geleid. Daarom meer dan ooit mijn pleidooi om de mens in zijn volheid te laten leven en jezelf, en ook de ander, als meervoud te beschouwen.”

Maar we kunnen toch niet anders? Wij reduceren iemand telkens in onze omgang tot een bepaalde aspecten die we belangrijk vinden. Dat iemand die Joden vergaste ook leuk de klarinet speelde kan mij gestolen worden.
“Het is ook een ontzettend akelig voorbeeld, omdat wij dat ene aspect, die ene gedaante van hem als persoon zo ongelofelijk walgelijk vinden dat wij de rest niet meer kunnen zien. Ik heb dat zelf in eerste instantie ook. Toch meen ik dat het belangrijk is in het achterhoofd te houden dat hij een zorgzame vader kon zijn, een goede echtgenoot.

Dit betekent niet dat je hem niet mag haten, of dat je zijn daden niet mag veroordelen. Ook wat mij betreft zou hij de rest van zijn dagen in de gevangenis moeten zitten. Slechts kan dit inzicht het het besef creëren dat die kampbeul voor iemand anders, zijn dochter bijvoorbeeld, iets anders betekende.”

Kunnen we werkelijk anders denken? Ik denk niet dat ik iemand die tot zulke gruweldaden in staat is ooit in ‘de volheid van zijn bestaan’ kan beschouwen.
“Wellicht is het ook een te extreem voorbeeld. Laten we iets hedendaags nemen: Een vrouw plaatst op Twitter een onsmakelijke grap over Aids en haar bezoek aan Afrika. Haar Tweet gaat viral terwijl zij in het vliegtuig zit, de halve wereld valt over haar heen, en nog voor ze geland is en haar e-mail heeft gecheckt is ze ontslagen en staan er cameraploegen klaar om haar te interviewen. Dit verzin ik niet. Nu twee jaar later zit die vrouw nog altijd zonder baan depressief thuis. Als je haar naam opzoekt vind je honderden artikelen die haar de grond in boren.

Was haar grap onsmakelijk? Voor velen ja. Had ze het beter niet kunnen doen? Ja, achteraf gezien wel. Verdiende ze het om door iedereen verstoten te worden? Om naast haar werk ook haar vrienden te verliezen? Om uitgescholden te worden op straat? Nee, natuurlijk niet. Zij wordt gereduceerd tot een enkele, onsmakelijke, maar toch wat mij betreft vergefelijke, daad.”

Toch lijkt mij het internet juist de plaats waarin we kunnen experimenteren met identiteiten. Ik chat nu met jou, jij noemt je Anna Belkoop, maar dat kan net zo goed een fictieve naam zijn.
“Ja en nee. In de jaren 90′ bestond er een naïef beeld over de mogelijkheden van internet. Je zou er iedereen kunnen zijn die je wilt. In het begin was dit ook zo, op chatsites en fora, en bijvoorbeeld second life, kozen veel mensen ervoor om nieuwe identiteiten uit te proberen. Een veertienjarige blanke jongen werd tijdelijk een zestigjarige Japanner of een koelkast of een marsmannetje.

Wat je ziet is nu een enorme ommekeer de andere kant op: op Facebook moet iedereen zijn eigen naam gebruiken. Dragqueens die onder hun stagename een account openden werden verwijderd, omdat ze geen kopie van hun ID konden opsturen om te ‘bewijzen’ dat ze dat echt waren. Nog kwalijker is de beweging naar informatiecentralisatie. Waar je in het begin miljoenen verschillende sites en programma’s had, waar je telkens iemand anders kon zijn, is nu vrijwel alles gekoppeld aan enkele grootmachten als Facebook en Google. Je gebruikt een account, een identiteit. De droom van de pluraliteit van identiteit op internet is uiteen gebarsten.

Nog ernstiger is het feit dat alles wat je online doet wordt opgeslagen. Iedere zoekterm die je intypt, ieder plaatje en filmpje dat je bekijkt, staat ergens in een database met jouw naam erbij. Over twintig jaar kan iemand roepen: kijk jij deed dit en dit toen. Jij bent een slecht of vies mens. Iedereen doet dingen waarvan hij niet wil dat heel de wereld ze zou zien. Niet eens per se omdat je spijt hebt, maar omdat je sommige dingen eenmaal maar met bepaalde mensen wilt delen, of juist met niemand, en niet met een regeringsambtenaar, je oma en potentieel zes miljard andere toekijkers.”

Hoe moeten we die meervoudige persoonlijkheid kweken, in stand houden en anderen als meervoud blijven zien?
“Stop als allereerste met het tegen iemand zeggen dat hij niet ‘zichzelf niet is’. Iemand probeert een nieuwe bepaalde rol, jij bent degene die dat aspect nog niet kent en niet bevalt. Zeg hooguit: ‘ik vind het niet prettig als je zo doet’. Ook voor jezelf, probeer jezelf niet vooraf te bepalen in de trant van dit ben ik wel en dit ben ik niet. Probeer nieuwe rollen uit, zie of ze bevallen, zo ja, herhaal ze, zo nee, stop ermee.

Maar het is niet alsof jij een bepaalde kern hebt en je je daar naar moet gedragen. Het is oké dat jij anders doet tegen je vriendje dan tegen je docent. Het is oké dat je bepaalde werelden gescheiden wilt houden, dat je de foto’s van je dronken kop niet wil delen met je baas. Cultiveer die meervoudigheid. Word ongrijpbaar. Laat je niet reduceren tot een enkel aspect van je zijn.

En als je naar een ander kijkt, onthoud dan altijd: ik zie slechts een bepaald aspect van hem of haar. Hij of zij of het – of wat dan ook – is zoveel meer dan dat ik zie.”

Floris Leest

Reageren? Mail info@florisleest.nl. Floris is een filosoof, YouTuber en boekenslet. Hij maakt video's (over boeken) en merkt dat hij telkens terugkomt op de vraag: hoe kunnen we betere wezens zijn? Het werk op deze site wordt gesteund door betaalde leden.

Geef een antwoord Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneren

Maandelijkse nieuwsbrief

Vul je zoektermen en druk op enter