Het zit er weer op. Ik had weer een jaar het genoegen te mogen leven en hele goede boeken te lezen.
Voor mijn doen heb ik niet zoveel gelezen – ik denk iets van dertig boeken, maar er zaten een aantal parels tussen waar ik graag kort mijn licht op laat schijnen. Dus vandaar deze video. En ja, ook omdat een paar van jullie er naar gevraagd hebben en ik gewoon braaf doe wat mij wordt opgedragen.
Voor ik begin – nee, geen reclame – is het goed om te zeggen dat het gaat om boeken die ik in 2020 voor het eerst heb gelezen. Ze hoeven dus niet afgelopen jaar te zijn uitgebracht. Sterker nog, slechts 1 van de 5 is in 2020 gepubliceerd. Wel zijn ze allemaal in 2018 of later uitgebracht, dus ze zijn, in ieder geval als vertaling, redelijk nieuw. Ja er zitten drie werken van voor 1950 tussen, dus ja, nieuw…
Goed, laten we beginnen.
Op nummer 5:
Uit het leven van een hond van Sander Kollaard, uitgegeven door misschien wel mijn favoriete uitgever: van Oorschot.
- Ik denk, zoals de meesten van jullie weten, won dit boek dit jaar de Libris Literatuurprijs. Daar was nog wel wat om te doen, omdat mensen liever gezien hadden dat vallen is als vliegen had gewonnen. Ik, ook, moet ik zeggen, maar dat neemt niet weg dat dit bijzonder goed geschreven is.
- Heel kort, het gaat over een dag in het leven van Henk van Doorn, een 56 jaar, gescheiden heteroseksuele man IC-verpleegkundige en hij heeft een hond die ernstig ziek is.
- Kollaard belicht deze Henk vanuit allerlei hoeken, zijn gedachten, gevoelens, maar zelfs hoe hij erbij ligt als hij slaapt. Daardoor werkt dit boek als een miniatuurportret.
- Wat me aansprak aan dit werk is dat het niet-tragisch is. Bijna alle goede literatuur gaat toch over ellende, gemankeerde hoofdpersonen in een gemankeerde wereld. Goed, Henk is absoluut niet perfect, maar het is een man die je buurman kan zijn en wat hem overkomt zou je buurman kunnen komen. En je zou het hem gunnen.
- Toch moet ik zeggen, en misschien kun je het zien aan de afgeleefde boek, dat ik er wel wat moeite mee had. Ik heb zonder overdrijven dit jaar drie keer voor de camera gezeten en geprobeerd een filmpje over dit werk op te nemen. Telkens kwam ik er niet uit. En ik weet nog steeds niet waarom, maar er was iets in het boek dat me het vaak deed wegleggen en me weinig happig maakte het weer op te pakken. Alle psychoanalyse ten spijt, ik weet nog steeds niet waarom.
- Leuk, zo’n recencent die eigenlijk helemaal niet weet wat die aan het doen is.
Nummer 4:
- Dagboek van een dief van Jean Genet.
- Dit werk kwam oorspronkelijk uit in 1949 en is in 2019 volgens mij opnieuw vertaald door Kiki Coumans. Dit is een boek dat ik gelezen heb voor een leesclub. Ik zou het zelf nooit zou hebben uitgekozen in de boekhandel, absoluut had weggelegd als er geen dwang achter zat, maar waar ik behoorlijk van onder de indruk bne.
- Dagboek van een dief is een vrij autobiografisch werk van Jean Genet, waarin hij verslag doet van zijn leven als zwerver in Europa. Hij steelt, berooft, prostitueert zichzelf, zit overal in de gevangenis en in dit werk legitimeert hij dat.
- En dat doet hij door esthetiek, schoonheid centraal te stellen, boven onze gangbare burgermoraliteit – waar ik me ook absoluut door laat leiden. Hij schrijft heel bewust aan mensen als ik, de bourgeousie, de welstandige middenklasse. In de meest simpele vorm kun je zeggen hij datgene wat wij laag vindne, zoals diefstal en verraad, tot het hoogste maakt, en in zijn eigen handelen en bestaan heiligheid zoekt.
- Ze noemen hem een dief, laag? O dan zal die een dief zijn. Het is de affirmatie van de identiteit die op hem wordt geplakt.
- Zo begint het:
- Voorlezen p. 9
- Nogmaals, het is een makkelijke kluif. Een boek voor de liefhebbers. Maar indrukwekkend.
Nummer 3:
Hoe lees je een boek? En andere essays over literatuur. van Viriginia woolf, uitgegeven door Bijleveld en vertaald door Barbara de Lange.
Kan je nog meer een lezer dan boeken lezen over hoe te lezen? Ik weet het niet, maar ik weet wel dat ik heel blij ben dat dit mij is aangeraden door een van de kijkers, Lennard.
Hij vroeg of na mijn bespreking van Into the Lighthouse of ik inmiddels al meer had gelezen van Woolf en ik bekende dat ik de laatste tijd vooral veel recent uitgebrachte literatuur las, waarop hij reageerde met een citaat van Woolf uit deze bundel:
“Het valt zelfs te verdedigen dat we meer hebben aan levende schrijvers dan dode, ook al zijn die stukken beter. Ten eerste is er geen sprake van heimelijke ijdelheid bij het lezen van onze tijdgenoten. Verder is de bewondering die ze wekken werkelijk enthousiast en oprecht, doordat we dikwijls in hen kunnen geloven als we een vooroordeel loslaten waarvan we dachten dat het zeer respectabel was en ons sierde. Bovendien moeten we bij levende auteurs zelf bedenken waarom iets ons al dan niet bevalt, en dat stimuleert onze oplettendheid en is de beste manier om te bewijzen dat we de klassieken hebben gelezen en begrepen”
Alleen al dit citaat, ik dacht, ja: precies, dat is het! Ik bespreek natuurlijk recent uitgebrachte werken en klassiekers op dit kanaal en het lastige aan klassiekers is altijd dat er al zoveel over geschreven is, dat zoveel mensen het goed vinden, dat op het moment dat ik het niet goed vind, er in ieder geval een stemmetje in mijn hoofd zit: maar Floris, wat is waarschijnlijk: zijn al die mensen dom en zie jij het goed, of, zie jij iets belangrijks over het hoofd? Vaak denk ik dat we de neiging hebben tot een zelfcensuur als het om klassiekers gaat, omdat we het boek al benaderen als een heiligheid.
Dat gezegd hebbende, dat geldt natuurlijk ook deels voor recent uitgebrachte boeken. Wat je al eerder gelezen heb van een auteur, wat anderen ervan vinden, zelfs of het geschreven is door een man of vrouw, – al deze dingen beinvloeden, of het willen of niet, ons oordeel.
Wat dat betreft zou het interessant zijn boeken blind te lezen: een afgeplakte cover, alle verdere informatie zwart weggestreept. En dan lezen: een boek in isolatie.
Mjah, kan je dan zeggen: sommige boeken werken juist omdat je de auteur kent, hebben een bepaalde sleutel, verwijzen naar eerdere boeken, hmm… Maar toch, misschien dat ik het wel eens ga doen: blind een boek lezen.
Zo zie je maar, een alinea: en ik kan er al heel lang over doorgaan. Dit zet aan tot denken. Het is heerlijk. Voor iedereen die van lezen houdt.
- Mijn ontelbare identiteiten.
Sinan Çankaya, cultureel antropoloog, schrijver, buurman, Nederlander, de Turk, NEC-supporter, zoon, Amsterdammer, man, universitair docent, achterstandwijker, yup, de ander: ja, ik kan wel doorgaan, op ieder mens vallen ontelbare identiteiten te plakken en dat laat Sinan Çankaya wat mij betreft op schitterende wijze zien in zijn werk.
In een heerlijke mengelmoes van anekdotes en theorie vertelt hij een versie van zijn levensverhaal en laat hij zien hoe vaak en gemakkelijk we fixeren op bepaalde identiteiten, hoe hardnekkig dat is en hoe moeilijk dat wellicht te zien is als je zelf die identiteit niet draagt. Of nouja, draagt, als je de identiteit je zelf niet toeeigent en niemand hem over je heen legt.
De beste boeken, in ieder geval als het om non-fictie gaat, zijn denk ik de boeken die je zorgen voor een verschuiving in je beleving van de wereld. Dit was zo’n boek voor mij. Dat komt denk ik doordat hij niet vervalt in een identiteitsfixus, hij deelt de wereld niet op hokjes om vervolgens kritiek te geven op die hokjes. Nee, hij laat zien dat identiteit deels vloeibaar is, en altijd in een omgeving wordt bepaald: maar tegelijkertijd dat de effecten van ons voortdurend vermogen identiteiten op mensen te plakken echt zijn.
Er is een scene die me bijzonder is bijgebleven. In zijn tijd als onderzoeker naar etnisch profileren liep, of in dit geval reed hij een tijdje mee met de politie. De agenten stopten bij een “marrokaanse” garage waar telkens de gerepaeerde auto’s in de straat werden gezet, wat niet mocht. De agente schreef als een bezetene een bon uit.
Voorlezen vanaf 101.
Dit is zo pijnlijk, en tegelijkertijd geestig, in ieder geval hoe Cankaya het heeft opgeschreven. Maar het is slechts een van de vele voorbeelden die laten zien hoe bepaalde identiteiten die je worden toegeschreven gevolgen hebben. En waar hij me ook van overtuigd heeft is dat je bepaalde gevolgen van zulke toeschrijvingen haast niet ziet. Dat is waarom het belangrijk is om erover te praten, of te schrijven en het bloot te leggen, zodat we elkaars wereld en belevingswereld beter kunnen begrijpen.
Bravo, absoluut, bravo.
Nummer 1.
Anna Karenina van Leo Tolstoj in de nieuwe vertaling van Hans Boland.
Ik heb dit boek niet, niet twee, maar drie keer gelezen dit jaar. En ik heb drie keer gehuild, bij totaal verschillende passage’s met andere emoties. Uit blijdschap, uit angst, en uit verdriet.
Niet dat een graadmeter van een werk zijn vermogen zou moeten tot tranen trekken, maar dat het om verschillende redenen zulke intense gevoelens naar boven kan brengen. Poeh, poeh. Dit torent hoog uit boven alle anderen.
Wat een beheersing van zijn personage’s en van de tijd. Magnifiek.
Weet je wat, ik ga hier gewoon een losse video over maken. Mijn liefde voor dit werk is te groot om het in een minuut of vijf te doen. Ja, dit komt volgende week.
Goed, dit waren dus mijn vijf favoriete boeken van 2020. Ik ben benieuwd naar jouw favoriete werken van 2020 en of je je een beetje kunt vinden in mijn oordelen. Ik hoor graag hieronder van je in de comments.
En dus volgende week: mijn bespreking van Anna Karenina van Leo Tolstoj. Het wordt magnifiek.