Een man waar je driemaal inpast loopt de McDonalds in. Je kijkt hem met afkeer na en concludeert dat hij ongedisciplineerd is. Je bent bevooroordeeld. Mogelijkerwijs is hij zwaarlijvig vanwege medicijnen. Mogelijkerwijs komt hij niet voor een BigMac of een McFlurry, maar moet hij plassen. Je kunt het dus verkeerd hebben.
Betekent dit dat vooroordelen verkeerd zijn? Niet volgens Terry de Ezel, promovendus politieke filosofie aan de Universiteit van Deventer. Volgens hem, in navolging van de Duitse filosoof Gadamer, lijden we aan het vooroordeel tegen vooroordelen.
Wat bedoel je met het vooroordeel tegen vooroordelen?
Vooroordeel is een besmet begrip geworden. Het heeft iedere positieve connotatie verloren. Op school leren kinderen dat vooroordelen fout zijn. Via televisiereclames, radiospotjes en posters waarschuwen we werkgevers dat ze hun vooroordelen terzijde moeten schuiven tijdens sollicitatiegesprekken. We zijn als de dood dat wij, maar vooral anderen, vooroordelen dragen, omdat ze zouden discrimineren.
We vergeten dat vooroordelen rationeel kunnen zijn. Sterker nog, we kunnen niet leven zonder vooroordelen.
In welke zin?
Omdat we vanuit iedere situatie handelen op basis van beperkte informatie. Simpelweg omdat we altijd moeten handelen op basis van beperkte kennis. Stel je voor: Je wilt boodschappen doen en kijkt naar buiten. Druppels stromen over je raam en je concludeert dat het regent.
Dat is een vooroordeel – een voorlopig oordeel. De conclusie volgt niet noodzakelijk uit de informatie. Wellicht heeft je buurman de sproeier aan staan. Wellicht spuit je buurjongen met een SuperSoaker tegen je raam. Je weet het niet zeker. Maar je moet handelen, een beslissing maken op basis van de informatie die je hebt.
Neem je je paraplu mee of niet?
Ja, want dat lijkt me de meest waarschijnlijke conclusie.
Gefeliciteerd, je bent een redelijk wezen. Je handelt op basis van vooroordelen.
Je kunt toch je oordeel opschorten tot je het zeker weet? Als je je deur opent zie je of het daadwerkelijk regent.
Meer informatie verkrijgen is een uitstekende strategie, maar immer je oordeel opschorten is als rondlopen met een bord voor je kop, de gemakkelijkste manier om te sterven.
Stel je loopt je huis uit met een paraplu boven je hoofd, en je wilt oversteken. Het regent pijpenstelen en je ziet geen hand voor ogen. Van links komt een brommend geluid. Dit betekent niet noodzakelijk dat er een auto van links aan komt rijden. Wellicht rijdt iemand achteruit. Echter, als je niet voorlopig oordeelt alsof het waar is, en daarnaar handelt, lig je binnen de kortste keren in kreukels.
Vooroordelen zijn dus niet slecht an sich. Mensen die wel denken dat vooroordelen an sich slecht zijn, lijden aan het vooroordeel tegen vooroordelen. Vooroordelen zijn pas slecht als je ze krampachtig vasthoudt terwijl er voldoende tegenbewijs is gegeven. Je moet je vooroordelen op het spel zetten. Maar alleen als het kan – tot die tijd moet je ze voor waar aannemen, wil je niet overreden worden.
Hoe zit het met een sollicitatieprocedure? Daarin blijken vooroordelen problematisch bij de selectie van een juiste kandidaat.
Stel, jij bent een werkgeefster, zoekende naar een nieuwe secretaris. Twee kandidaten komen langs. Beiden hebben een vergelijkbaar, doch niet indrukwekkend cv en komen tijdens het gesprek beleefd over. Eentje is slank met brede schouders; de ander zwaarlijvig.
Wie kies je?
Waarschijnlijk, gegeven dat ze verder gelijkwaardig zijn, de slanke. Maar dat voelt totaal verkeerd.
Dat gevoel is het vooroordeel tegen het vooroordelen.
Ja, het zijn vooroordelen die je tot je keuze leiden: bijvoorbeeld dat de dikke kandidaat waarschijnlijk minder gedisciplineerd en vaker ziek is. Mogelijkerwijs klopt je oordeel niet, en is het juist de slanke kandidaat die minder gedisciplineerd en vaker ziek. Maar dat is minder waarschijnlijk.
Het is dus terecht dat jij de slanke kandidaat kiest.
Maar als iedereen zo beredeneert komt een zwaarlijvige nooit aan het werk. Bovendien wordt hij door iedereen onderschat, waardoor zijn capaciteiten niet tot bloei komen. Hij heeft minder mogelijkheden gekregen. Misschien komt zijn overgewicht helemaal niet door een gebrek aan zelfdiscipline en is hij dus de betere kandidaat.
Daarom de volgende twee principes. Ten eerste, handel op basis van je vooroordeel. Ten tweede, zet dit vooroordeel actief op het spel. Verzamel informatie die je vooroordelen tegenspreekt. Meer informatie betekent betere beslissingen.
De zwaardere man kan de betere kandidaat zijn, maar zolang niets je voorlopige oordeel tegenspreekt, blijft het rationeel deze te volgen. Blijf echter informatie zoeken die je hypothese falsificeert, tegenspreekt!
Allerlei biases spelen een rol in ons oordeelsvermogen, zoals de confirmation bias. Onbewust zoeken we informatie die onze vooroordelen bevestigt. Iemand die denkt dat dikke mensen lui zijn zal gedrag van dikke mensen eerder als lui categoriseren. Deze confirmation bias zie je ook in rechercheteams die daardoor cruciaal bewijs over het hoofd zien. In welke mate kunnen we onze vooroordelen werkelijk op het spel zetten?
Dat kan juist zodra we begrijpen dat al onze oordelen vooroordelen zijn, voorlopige oordelen, openstaand voor revisie. Het vooroordeel tegen vooroordelen doet net alsof sommige oordelen totale ongefundeerde lariekoek zijn. Door het besef dat alle oordelen vooroordelen zijn, blijven we bewust van het feit dat we het fout kunnen hebben. Zo gaan we de confirmation bias tegen.
Zolang het om mensen gaat zijn er bovendien altijd twee mensen in het spel. Naast dat de werkgeefster haar vooroordelen op het spel moet zetten, moet de kandidaat actief zijn best doen de vooroordelen die over hem bestaan te doorbreken. De verantwoordelijkheid ligt bij beiden.
Dat voelt oneerlijk. Het kan toch zijn dat hij buiten zijn schuld om zwaarlijvig is, bijvoorbeeld door een ziekte, waarom moet hij zich dan constant verantwoorden tegenover de hele wereld?
Omdat het rationeel is dat we, tenzij het tegendeel bewezen is, zijn dikheid associëren met negatieve eigenschappen. Het is aan hem zijn aandeel te leveren in het bewijzen van het tegendeel.
Nogmaals, het hebben van vooroordelen is compleet natuurlijk. Ik durf te wedden dat je lezers vooroordelen hebben over hoe ik eruit zie. Dat is niet erg. Maar zijn ze bereid deze vooroordelen op het spel te zetten?
Ik heb sinds mijn achttiende niet minder dan honderd kilo gewogen.