Backpack op, het vliegtuig in en de wereld verkennen, het lijkt behalve ontzettend leuk ook een nobel streven. Je leert over andere culturen en wellicht ook iets over jezelf. Dit jaar reisde ik samen met mijn zusje naar de Filipijnen. Daar hebben we Joshua ontmoet, bij wie we samen met een handvol andere backpackers sliepen. Hij was onze gids en liet ons de rijstterrassen van Batad zien. Elektriciteit hebben ze daar niet en de dichtstbijzijnde plek met mobiel bereik was op twee uur lopen. ‘s Avonds bij het kampvuur spraken we over hoe de komst van backpackers het leven heeft veranderd:
Meer dan je denkt.
Dat toerisme de cultuur van het bezochte land verandert lijkt obvious. Je hoeft maar een badplaats te bezoeken, waar dronken Duitsers op het strand voor een schijntje gemasseerd worden en megahotels boven de palmbomen uitreiken, om dat te zien. Toeristen geven zo grof geld uit dat heel de lokale samenleving zich daarop aanpast.
Backpackers daarentegen, proberen veelal zo goedkoop en lokaal mogelijk te reizen. Ze verkiezen hostels en gasthuizen boven industriële massacomplexen en zo profiteren veelal de lokale gezinnen van hun komst. Ze proberen de cultuur te leren kennen zoals die is. Zij passen zich aan aan hun locatie, en niet andersom.
Toch was het volgens Joshua, onze host en gids, allemaal niet zo simpel. Onze komst, en die van mijn medebackpackers, heeft een veel complexere uitwerking op het dorp dan we ons realiseerden.
Het bestaan was eeuwenlang van generatie op generatie hetzelfde. We leefden in houten hutten, op pilaren om de ratten en slangen buiten te houden; verbouwden rijst op de terrassen, die al zo lang bestonden dat niemand echt wist wie er ooit mee begonnen was; liepen iedere zondag zes uur heen en zes uur terug naar de markt, huwden met vrouwen uit nabijgelegen dorpen en zaten net als nu iedere avond met de hele familie bij het kampvuur. Het was een eenvoudig, maar eerlijk leven.
De eerste westerse bezoeker kwam rond 1960 naar Batad. Hij was een antropoloog en verbleef er ruim twee jaar. Hij leerde de taal en maakte een studie van het leven. Na hem, of dankzij hem, kwamen er steeds meer mensen naar de regio. De bevolking werd daardoor steeds minder afhankelijk van de rijstgroei, wat een enorme positieve invloed had, want een slechte oogst betekende voor die tijd simpelweg honger lijden.
De ambiguïteit
Sindsdien verandert het leven in Batad ieder jaar een stukje meer. Dat is niet volledig te wijten aan de komst van bezoekers. De gehele Filipijnen moderniseren in een razend tempo. Dus de bewoners van Batad moeten sowieso vechten voor het bestaan van hun agrarische cultuur. Aan de ene kant helpen de backpackers daar volgens Joshua bij, aan de andere kant spelen ze een rol in de ondergang:
Zonder backpackers zou Batad leeglopen door de aanlokkingen van de grote stad: daar zijn de universiteiten, de beloftes van avontuur, van werk, van een ‘minder saai’ leven. Backpackers zorgen voor werk, welvaart, ze geven een reden voor de jongere generaties om in Batad te blijven, om zoveel mogelijk cultuur te waarborgen, want daar komen de mensen voor.
Tegelijkertijd zie je dat een deel van de reden waarvoor mensen hierheen komen, het authentieke zelfvoorzienende leven te bewonderen, als het ware is overgegaan in een toneelstuk:
Tegenwoordig produceren we allang niet meer genoeg rijst om het hele dorp van rijst te voorzien, de rest kopen we op de markt met het geld dat de gasten binnenbrengen. De rijstterrassen zijn als het ware decor geworden. Nog steeds zijn ze noodzakelijk, maar nu op een indirecte wijze. Naast landbewerkers zijn we zelf het product geworden; we bieden een ervaring aan. Jullie kunnen nu op de foto met onze traditionele kleding, die wij zelf niet eens meer dragen. Alleen de dorpsoudsten lopen nog in de klederdracht rond.
Er wordt veel gedaan om het leven hier makkelijker te maken. Er is nu een weg die bijna tot het grotere Banaue, daar waar de toeristen vanuit de hoofdstad arriveren, loopt. Dankzij die weg weten meer bezoekers Batad te vinden.
De weg beïnvloedt ook het leven van inwoners van Batad. Vroeger moesten ze elke zondag zes uur heen, en zes uur terug wandelen naar de markt (met alle spullen op de schouders). Nu stapt iedereen in een trike en nemen ze sigaretten mee terug. De conditie holt achteruit.
Verlies van kennis
Alle families die hier wonen bezitten een aantal rijstterrassen. Het is aan hunzelf om ze onderhouden. Zo is dat altijd gegaan. Wat je nu echter ziet is dat de terrassen niet meer direct nodig zijn voor een gevulde maag en dat er daarom minder onderhoud wordt gedaan. Een dag werken als gids levert meer op dan een week op de velden. Er gaat dus kennis, know-how, verloren.
Vanuit een toeristisch oogpunt is het echter belangrijk dat ze in een prachtige staat blijven. Daarom kregen ze twee jaar geleden een enorme smak geld van de landelijke overheid om reparaties te plegen na een overstroming. Buitenstaanders werden ingehuurd voor de herstelwerkzaamheden, niet zodat de inwoners van Batad konden blijven eten uit velden, maar zodat wij blijven komen en ze kunnen eten dankzij de velden.
Het is allemaal heel dubbel. Aan de ene kant zijn de backpackers het redmiddel: dankzij jullie komst blijven de terrassen bestaan. Maar in een andere zin zijn jullie de ondergang: onze levensstijl verdwijnt. Wat overblijft is slechts schijn, een prachtige nabootsing van hoe het ooit was, maar toch een facade. Als backpacker kom je om te lokale cultuur te bewonderen, maar door je komst, of om je komst mogelijk te maken, passen we ons zo aan dat wat je wilt bewonderen er al niet meer is.
Toch moeten ze. Want als ze zichzelf niet aantrekkelijk maken verdwijnen ze helemaal. De wereld verandert en ze moeten mee. Het is een ondergang maar tevens de bouw van iets nieuws. De rijstterrassen verdwijnen en toch blijven ze bestaan. Batad verdwijnt en blijft toch bestaan, niet zoals voorheen, maar als iets nieuws. En ook dat verdient het om bezocht te worden. Het was een prachtige ervaring. Bedankt Joshua.