Vorig jaar verbaasde Marc Dwane de wereld met zijn eerste boek, The Minimalist now, waarin hij pleit voor een andere manier om ons tot onze omgeving te verhouden. Twee dagen geleden had ik het genoegen hem in het echt te ontmoeten bij de lancering van de Nederlandse vertaling van zijn tweede bestseller: Armer leven: Rijker leven. Naderhand spraken we onder het genot van een glaasje kraanwater over de belangrijkste ideeën in zijn boek. Bij Marc merkte ik dat ik eindelijk iemand tegenkwam die werkelijk anders denkt en leeft.
Dag Marc, gaaf om elkaar eens in het echt te ontmoeten. De titel van je tweede boek, Armer leven: Rijker leven, wat betekent het?
“Insgelijks, Floris. De boodschap is dat door bewust armer te leven, door met minder genoegen te nemen, je een rijker leven kan leven. Dat vereist echter wel een keuze. Bijvoorbeeld door in plaats van vijf dagen per week spreadsheets in te vullen, te besluiten om drie dagen in de week te werken. Je zult dan wel in een iets kleiner huis moeten leven (en in die zin armer leven), maar je houdt veel meer tijd over om bijvoorbeeld met je vader een boswandeling te maken, met vrienden poker te spelen of eindelijk dat boek te schrijven dat al jaren in je hoofd zit – dingen die je echt gelukkig maken en je leven rijker maken.”
Je maakt ook in je boek een heel interessant onderscheid tussen kwantitatief en kwalitatief leven. Kun je dit verder toelichten?
“Dit heeft te maken met ons idee van vooruitgang. De meesten van ons zullen zeggen dat het leven nu beter is dan duizend of tienduizend jaar geleden. Als ik dan echter vraag waarom. Wacht, ik kan het jou ook vragen. Waarom is het leven nu beter?”
Misschien ben ik niet helemaal de juiste persoon om dit aan te vragen. Maar ik verwacht dat de meeste zullen antwoorden in de trant van: omdat we meer bezitten, ouder worden, er minder geweld is, minder risico lopen, etc.
“Precies. Meer bezitten, ouder worden, minder geweld en minder risico zijn allemaal voorbeelden van kwantitatieve vooruitgang van het leven. Maar waar het echter om draait is de kwalitatieve ervaring van het leven. Bijvoorbeeld het gevoel van veiligheid. Want hoewel we kwantitatief gezien in de veiligste tijd ooit leven, is dat niet per se hoe wij ons leven ervaren. Door de enorme technologische ontwikkeling (dat is kwantitatieve vooruitgang) is ons ruimte en tijd besef totaal veranderd en de snelheid van ons leven enorm toegenomen. Daardoor worden wij permanent geconfronteerd met alle narigheid dat op de wereld gebeurt en voelen velen van ons zich – onterecht – onveilig.
Dat laatste is waar het mij om gaat. We hebben zoveel kwantitatieve vooruitgang geboekt, zoals minder oorlogen en moorden dan ooit tevoren; we moeten alleen nog leren kwalitatief te ervaren dat we ontzettend veilig leven.”
En hoe vertaal je dit filosofische inzicht naar de praktijk? Hoe leren we het leven beter kwalitatief te ervaren?
“Door bewust te kiezen voor wat je wel en niet in je leefomgeving wilt. Heel veel van wat wij als noodzakelijk ervaren is totaal overbodig en belemmerd ons juist om volop te genieten van het leven. Dus in dit geval door minder het nieuws/Twitter en dergelijke te volgen, deze media geven je namelijk teveel een gevoel van onveiligheid.
Hetzelfde geld voor bezit. Ik weet even uit mijn hoofd niet meer wie dit schreef maar het citaat staat wel in mijn boek: ‘Het kapitalisme heeft ons oneindig veel rijkdom gebracht, het heeft ons alleen het besef dat we genoeg hebben afgenomen.’ Dat is precies het idee achter mijn boek. Kwantitatief gezien leven we in de beste tijd ooit, maar toch zijn we jaloers op die vriend die wel de laatste Iphone 7 heeft, of welk nummer ze tegenwoordig ook op zitten. Dan denk ik, wat een onzin. We leven in een economie die draait op het creëren van artificiële behoeften. We sloven onze hele dagen uit om dingen te verkrijgen die we eigenlijk niet eens willen. Dat is dom.”
Is dit ook waarom je afgelopen jaar 10.000 euro verbrande en daarvan een filmpje op Youtube plaatste? Die stunt veroorzaakte nogal een rel, maar gaf je tegelijkertijd enorm veel publiciteit.
“Wat ik wilde laten zien was dat veel filosofen van alles en nog wat roepen en schrijven, maar voor mij is de praktijk altijd nummer één. Ik leef eerst volgens mijn filosofie. Pas daarna schrijf ik mijn gedachten op. Mijn praktijk is een rijk leven, maar niet door veel materiële spullen of geld te bezitten, maar door veel van de wereld te zien, andere en vreemde dingen te ervaren, bijzondere vriendschappen te sluiten en gesprekken te hebben zoals deze te hebben. We produceren allang genoeg om prettig lang te leven. Waarom zou ik nog meer willen? Dat geld had ik niet nodig. Het is tijd om te beseffen dat we genoeg hebben en daarom stak ik die biljetten in de fik.”
Je filosofie lijkt op wat Aristoteles zei over rijkdom. Heb je daar veel uitgehaald?
“Zeker, het is ook niet alsof mijn gedachten nieuw zijn. Ik leen van talloze voorgangers. Mijn grootste voorbeeld uit de geschiedenis van de filosofie is overigens Diogenes. Ken je hem?”
Inmiddels na het lezen van je boek wel.
“Mooi, want hij is reuze-interessant.
Diogenes was een Grieks filosoof die in de tijd van Plato in een kruik leefde en behalve een bord, een beker en een doek om zijn middel niets bezat. Helaas zijn er geen teksten van hem zelf overgebleven. We moeten het doen met wat anekdotes. Eén daarvan vertelt het verhaal dat Diogenes op een dag een jongetje zijn handen als beker zag gebruiken en dit was voor Diogenes voldoende reden om de jongen tot genie te bestempelen en zijn eigen beker kapot te gooien. Hij leefde dus armer (bezat minder) maar tegelijkertijd rijker (hij was niet meer afhankelijk van een beker).
Dat is toch prachtig, zo eenvoudig leven. Beseffen dat de natuur ons allang gegeven heeft wat nodig is om gelukkig te worden – dat is het grootste goed dat er op deze wereld bestaat.”
Bedankt voor dit interview. Heb je nog laatste woorden?
“Kan je even een stapje opzij zetten? Je staat in mijn zon.”