Afgelopen weekend gaf mijn zus mij Waarom feminisme goed is voor mannen van Jens van Tricht cadeau. Een ‘subtiele’ hint?
Mannen, aan ons richt van Tricht het woord. Zijn doel: mannen emanciperen, bevrijden zelfs.
Waarom is dat nodig?
Ten eerste, omdat er volgens hem een verstikkend stereotiep mannelijk ideaal heerst: ‘sterk, stoer, succesvol, rijk, aantrekkelijk voor vrouwen.’
Ten tweede, omdat dit ideaal bepaalt hoe we ons gedragen. We worden niet als mannen geboren, maar zo gemaakt. Dit heeft allerlei negatieve consequenties, niet alleen voor vrouwen, maar ook voor onszelf.
Ten derde, dit ideaal zouden we kunnen loslaten. Het wordt ons immers door de maatschappij opgelegd. Zo kunnen we betere relaties aangaan met onszelf, de wereld, vrouwen en andere mannen. Zo redeneert van Tricht.
Is het overtuigend? Helaas zus, totaal niet.
Zijn doelstelling: mannen bevrijden
In zijn eigen woorden:
We moeten mannen bevrijden uit het keurslijf van stereotiepe mannelijkheid.
[…]Er is een mismatch tussen wat we denken dat dé waarheid is over mannen en vrouwen, en wat de geleefde werkelijkheid van mannen en vrouwen laat zien. Er is niet één waarheid. In de vrouwenbeweging, de lhbtqia*-beweging en de mannenbeweging bestaan zeer uiteenlopende ideeën over mannen en mannelijkheid. En ook in de praktijk blijken mannen en mannelijkheid net zo divers, complex, tegenstrijdig en mysterieus als vrouwen en vrouwelijkheid.
Het stereotypische ideaal
Wat is ‘dé waarheid over mannen’ waar hij het over heeft? Wat is dit stereotypische beeld?
Het is het idee van een man als iemand die dominant is, groot en sterk, opgaat in zijn werk, daadkrachtig, rationeel, enzovoort. Als je als jongetje ter wereld komt, ga je jouw zogenaamd vrouwelijke eigenschappen negeren, ontkennen en onderdrukken, aldus van Tricht:
Dus leren jongens dat ze hun onmannelijke, zogenaamd vrouwelijke kanten en eigenschappen maar beter in de kast kunnen houden, en hun zogenaamd echt mannelijke eigenschappen zo veel mogelijk moeten overdrijven, zodat er geen enkele twijfel over kan bestaan.
[…]Mannen doen zichzelf geweld aan door hun eigen menselijkheid te onderdrukken, door angst, verdriet en onzekerheid te overschreeuwen, door zich te vermannen, door hun tranen weg te drukken en een stoere pose aan te nemen.
De man als sociaal construct
Waarom zijn we volgens van Tricht als mannen zo gruwelijk, gewend aan geweld, en is er zo’n ‘emotionele afstand tussen jongens en mannen onderling?’ Waarom onderdrukken we onze eigen menselijkheid? Waarom zijn jongens en mannen de grootste veroorzakers van problemen als ‘oorlog, radicalisering, criminaliteit, allerlei andere vormen van geweld, schooluitval, verkeersonveiligheid, dak- en thuisloosheid, economische ongelijkheid, drank- en druggebruik, homofobie, en ja ook de financiële crisis en milieuproblematiek’?
Zou het een ongelofelijk complexe combinatie van factoren zijn? Een combinatie van nature en nurture?
In plaats van dat die twee samen kunnen gaan schetst hij ze als een scherpe tegenstelling: met enerzijds nature (biologisch essentialisme: mannelijkheid als biologisch gegeven) en anderzijds nurture (sociaal constructivisme: mannelijk is wat de maatschappij maakt).
Van Tricht wijst vervolgens slechts één richting op, die van de nurture: die van het patriarchaat.
Het patriarchaat maakt mannen tot de menselijke norm, ‘al het andere wordt daaraan afgemeten en hiërarchisch geordend in vanzelfsprekend lijkende machtsposities.’ En:
Alles wat met mannen en mannelijkheid geassocieerd wordt, wordt hoger gewaardeerd dan alles wat met vrouwen en vrouwelijkheid geassocieerd wordt.
Het ordent alles wat met mannen en vrouwen te maken heeft. Alles.
Sociaal constructivisme
In lijn met dit sociaal constructivisme is het volgende citaat:
Mannen zijn zoals ze zijn omdat we hen niet zichzelf laten zijn.
>
Dit idee van ‘zichzelf laten zijn’ gaat uit van een essentie, de natuur, die we vervolgens verloochenen. Er is echter geen essentie van mannelijkheid, daar is hij heel duidelijk in. Hij lijkt te bedoelen dat er een bepaalde menselijke natuur is, onze nature, waarmee we worden geboren, en die we opgeven omdat we tot man worden gemaakt door onze omgeving, onze nurture.
Natuurlijk is nurture ongekend belangrijk en vormt het (groten)deels wie we worden. Het is echter stompzinnig om nature en nurture tegenover elkaar te plaatsen als elkaars rivaliserende theorieën: dat we als mens worden geboren en tot man gemaakt. Nature en nurture, onze biologie en onze omgeving, passen zich voortdurend aan elkaar aan.
We spelen even mee: Een wereld waarin we mannen ‘zichzelf laten zijn,’ dus niet man, maar alleen mens, waarin nature volledig haar werk doet en nurture neutraal is. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Een prikkelvrij, interactieloos bestaan, ergens in een vat zoals in de Matrix? Dan spelen opvoeding, socialisatie, maatschappelijke vormen en waarden, beeldvorming en maatschappelijke machtsstructuren geen rol op hoe mannen zijn.
Of een wereld waarin we genders laten verdwijnen? Waarin we kinderen met genderneutrale poppen laten spelen en hun geslachtsorgaan met tape afplakken zodat ze niet automatisch de neiging hebben zich te identificeren met hun sekse? Wat er dan overblijft bij degenen met een piemeltje die volwassen worden, zijn dat dan mensen die we zichzelf hebben laten zijn?
Ik neem aan (en hoop) dat hij beide niet wil beweren.
Verschillen en overeenkomsten
Zijn belangrijkste punt, als ik het zo genuanceerd en sterk mogelijk opvat, is dat standaard opvattingen over wat een man is en hoe hij zich moeten gedragen verstikkend werken. Door altijd maar de verschillen tussen mannen en vrouwen te benadrukken, verliezen we twee zaken uit het oog. Ten eerste, de enorme overeenkomsten tussen mannen en vrouwen, genomen als groepen. Ten tweede, de enorme variatie binnen mannen en vrouwen qua gedrag, wederom beschouwd als groepen. Dit is een belangrijk punt.
Van Tricht ziet hier echter één cruciaal element over het hoofd: in een normaalverdeling kan een klein verschil in het gemiddelde zorgen voor een groot verschil in de extremen.
Neem agressiviteit. Gemiddeld schijnen mannen iets agressiever te zijn dan vrouwen. Dat verschil is niet groot genoeg om te verklaren waarom negen van de tien daders van fysiek geweld op vrouwen, man zijn, aldus van Tricht. Echter, wat we moeten beseffen – en dit zegt van Tricht zelf ook – is dat ‘veruit de meeste mannen helemaal geen geweld tegen vrouwen gebruiken’. Hij mist vervolgens de statistische les dat slechts de meest agressieve in de gezamenlijke populatie gewelddadig zijn, en dit zijn, omdat het verschil in de extremen groot is (bij een klein verschil in de gemiddelden), bijna allemaal mannen. En zo kunnen we dus op basis van een klein verschil in de gemiddelden van populaties grote verschillen in het gedrag tussen mannen en vrouwen (groten)deels verklaren.
Let op, het is altijd een deelverklaring. Meerdere factoren spelen altijd een rol. Het is naïef om te denken dat het één variabele is die dit soort gedrag verklaart (zoals het patriarchaat, wat dat ook mag zijn).
Een soortgelijke (deel)verklaring kunnen we geven waarom een klein verschil in zorgzaamheid tussen mannen en vrouwen eraan bijdraagt dat vooral vrouwen verpleegster worden. Slechts de zorgzaamsten zullen zo’n beroep kiezen: en dat zijn merendeels vrouwen. Een soortgelijke (deel)verklaring kan je geven voor de ‘oververtegenwoordiging’ van mannen in de wiskunde.
Betekent dit dat vrouwen geen wiskundigen kunnen zijn, mannen geen verpleger en vrouwen niet andere vrouwen kunnen mishandelen? Natuurlijk niet. Echter, het is niet zoals van Tricht beweert dat deze gemiddelden ‘niets zeggen over individuele mannen en vrouwen.’ Het zegt wel iets, over de waarschijnlijkheid dat ze bepaalde keuzes zullen maken. Het geeft geen enkele garanties, en we moeten inderdaad de variaties binnen groepen niet onderschatten en het verschil niet verabsoluteren tot essenties, maar het verschil totaal wegdenken is eveneens een domme houding.
Oplossingsplatitudes: waarom feminisme goed is voor mannen
Volgens van Tricht komen de problemen die mannen hebben (en vrouwen die daaronder lijden), dus door de verwachtingen die we mannen opleggen. Hij wijst in ieder geval nul maal op enige mogelijke biologische oorzaken.
Bovendien benadrukt hij voortdurend de negatieve kanten van de stereotypische man en de positieve kanten van de stereotype vrouw. Hij negeert de negatieve kanten van de archetypische vrouwelijkheid, zoals dat zorg verstikkend kan werken en empathie niet altijd nuttig is. Eveneens negeert hij de positieve kanten van het archetypische mannelijke zoals dat geweld ook levens kan redden en dat het streven naar rijkdom gepaard kan gaan met waardecreatie voor de samenleving.
Gelukkig staan we aan het begin van een nieuw tijdperk, aldus van Tricht. Mannen mogen ‘ontdekken wie ze werkelijk zijn.’ Wat houdt dit in? Hoe wordt de wereld voor ons anders?
Mannen mogen vrouwelijker worden. Sterker nog, we mogen ontdekken dat we altijd al deels vrouwelijk zijn en uiteindelijk kunnen we dit begrippenpaar misschien loslaten, of ten minste zien als hooguit ‘een van de vele polariteiten die de wereld waarin we leven vormgeven en ordenen.’
En dit zou goed zijn voor zes relaties van mannen. Veel verder dan tegeltjeswijsheden komt hij niet, alhoewel wijsheid… Een aantal dieptepunten uit dit afsluitende hoofdstuk:
De relatie met jezelf
Feminisme draagt bij aan de relatie van mannen met zichzelf omdat het de menselijkheid in hen erkent.
En eerder wordt de menselijkheid in hen nog niet erkend? Dat lijkt hij te suggereren. Weer blijkt hoe zwart-wit zijn denken is, alsof er zonder feminisme geen ruimte is als man om behalve man ook mens te zijn.
De relatie met andere mannen
Je mag jezelf zijn, wat een opluchting! Je hoeft niet bang te zijn als ‘mietje’ ontmaskerd te worden, slachtoffer te worden van pesten, uitsluiting of geweld.
Aangenomen dat het de mannelijkheid is die voor pesten zorgt – een idiote aanname van iemand die nog nooit vrouwen heeft geobserveerd, denk maar aan de druk van sociale cliques op de middelbare school – dan nog is dit geen enkele reden om als man zelf feminist te worden. Het is dan hooguit in je voordeel dan andere mannen feminist worden, zodat ze jou niet meer pesten, uitsluiten of in elkaar rossen.
[Er] zal ruimte komen voor zachtheid en verbinding – een wederzijdse spiegel die tot dieper begrip, vriendschap en vertrouwen leidt in plaats van tot competitie en angst.
Vreemd dat hij competitie naast angst zet. Met mijn beste vrienden heb ik het meeste strijd. We proberen elkaar voortdurend de loef af te steken, qua sportiviteit, intelligente opmerkingen en grove grappen. Van competitie leer je, ontwikkel je je. Dat betekent niet dat we niet ook diepe, ontroerende gesprekken kunnen hebben. Het een sluit het ander niet uit, wat hij wel lijkt te impliceren.
De relatie met vrouwen
Je hoeft vrouwen niet meer te zien als lustobject
.
Wacht, ik kan anders naar een vrouw kijken dan als een potentieel lichaam om te neuken?
En ook deze uitspraak is weer zo stereotyperend van hem, alsof mannen altijd vrouwen tot lustobjecten reduceren en nooit andersom. Je zou eens een groepje vrouwen in de bar moeten horen als een knappe vent voorbij gaat.
De relatie met geliefden
Relaties waarin angst voor geweld afwezig is, zijn veilig en kunnen de diepte in.
Toch maar eens vragen aan mijn vriendin of ze mij niet meer wil slaan.
De relaties met kinderen
Wanneer mannen gaan zorgen, verandert hun relatie met kinderen.
Dit is een aardige sectie. Ongetwijfeld kan een actievere zorg voor kinderen veel betekenis geven aan het leven van een man, en andersom ook. Al is het maar omdat kinderen opvoeden ongelofelijk lastig is. Voor twee personen is het een enorme opgave, in je eentje vrijwel onmogelijk. Dus vaders, wees ook een papa.
De relatie met de wereld
We hebben gezien dat mannen en mannelijkheid een grote rol spelen bij uiteenlopende grote wereldproblemen zoals geweld, uitbuiting, onderdrukking, armoede en milieu.
Oké, ongetwijfeld deels waar.
Wanneer mannen feminisme omarmen en mannelijkheid transformeren tot menselijkheid, worden mannen deel van de oplossing.
En hier gaat het weer helemaal mis. Hij lijkt te stellen dat het nu zo ontzettend vreselijk is op de wereld en dat de schuld is van het beeld dat we hebben van mannen. Als we dat los zouden laten, dan zouden we deel van de oplossing kunnen worden (in plaats van deel van het probleem!). Voor de zoveelste maal getuigt hij hier van een veel te simpele blik op de werkelijkheid.
Slotwoord
Ongetwijfeld werken idealen van mannelijkheid en vrouwelijkheid voor sommigen verstikkend en is een samenleving waarin ruimte is voor anders-zijn prettiger en uiteindelijk beter. Jens van Tricht is hier zelf een voorbeeld van. Voor hem is het prettiger dat hij zich niet hoeft te conformeren aan het ideaal van mannelijkheid. Ik denk dat we wat dat betreft heel aardig op weg zijn.
Dit betekent echter niet dat het volledig loslaten van deze idealen automatisch een samenleving verbetert. Behalve dat het sommigen beperkt geeft het anderen ook sturing.
Er zal dus een balans moeten worden gevonden. Enerzijds moet er genoeg ruimte zijn voor anders-zijn en moeten we beseffen dat veel verschillen tussen mannen en vrouwen worden overschat, anderzijds moeten we niet vergeten dat die gemiddelde verschillen reëele consequenties hebben in de samenleving.
Is feminisme dus goed voor mannen? Niet als het simpelweg betekent dat we ieder ideaal van mannelijkheid moeten laten varen, daarmee gooien we de baby weg met het badwater. Wel als het betekent dat we oog moeten hebben voor de overeenkomsten tussen mannen en vrouwen als groepen, en oog voor de verschillen binnen die groepen. En als we oog houden voor verschillen tussen groepen.
Mannen: we zijn immers niet alleen mens, ook man, met alle voor- en nadelen van dien.
8 comments
“Wat is ‘dé waarheid over mannen’ waar hij het over heeft? Wat is dit stereotypische beeld?”
Dat sommige mannen zich niet “stereotiep mannelijk” gedragen klopt. Dat de schrijver niet op de abstractie en nuance gericht is, is logisch, omdat er praktische nood is voor bewustzijn van wat hij vertelt. Helaas werkt taal altijd beperkend en zou de (altijd nodige) nuance zijn pleidooi waarschijnlijk tot een abstracte berg woorden hebben gemaakt, waarvan de verbinding met de praktijk niet meer te vinden was (net als in deze zin gebeurt – lol). En die link is er in de ervaring van velen wel degelijk, al is er nog weinig ruimte om die gearticuleerd te laten worden. Het feit dat de werkelijkheid ongrijpbaar is en er altijd uitzonderingen bestaan betekent niet dat er geschroomd moet worden zo goed en kwaad als het kan een probleem aan de kaak te stellen.
De suggestie dat het nodig is om de vraag te stellen “wat is het mannelijke stereotype” vind ik enigszins voorbijgaan aan je subjectiviteit en het feit dat jij losser van de maatschappelijke norm bestaat of durft te bestaan dan de gemiddelde man. Of dat veel moeite heeft gekost, of dat je in een vrije omgeving bent opgevoed waar je identiteit zich vrijer mocht of kon vormen, daar weet ik natuurlijk niets van. Überhaupt het nadenken over verschillende denkbeelden en het als filosoof enigszins in de marge functioneren om vanuit daar naar binnen te kijken maakt dat je best een uitzondering bent in de maatschappij, denk ik. Maar goed, dat roept weer de vraag op: is niet iedereen een uitzondering? Je lijkt me niet iemand zonder realiteitsbesef, dus misschien is het dan een selectief besef, net als we allemaal een selectief besef hebben. Dat maakt wel dat deze recensie de plank voor mij misslaat omdat hij ontkracht wat er gezegd wordt op basis van jouw ervaring, maar in de quasi-objectieve vorm gegoten is van een theoretische, objectieve beschouwing. Ik denk dat zo’n beschouwing bij uitstek niet mogelijk is bij een dergelijk boek. Is het dan een slecht boek? Nee, dat ook weer niet.
Het lastige van dit boek is dat uiteindelijk, onder de streep, als we alleen het welzijn meenemen van alle mannen op de wereld, dit geen relevant probleem zou zijn om aan te kaarten. De weegschaal zou omslaan naar ‘irrelevant’ als we het welzijn van de vrouwelijke bevolking niet meenemen. Wat zou het voordeel zijn van dit bewustzijn als de sociale norm veel mannen ook wél dient in hun verhouding tot vrouwen en de wereld en mannen die er geen last van hebben (of geen moeite hebben zich aan dit stereotype te onttrekken) niet deert? Dit boek gaat aan de buitenkant niet om vrouwen, dus waarom bestaat het dan? Wat dat betreft is het enorm moeilijk dat een boek als dit niet volledig oprecht kan zijn en daarmee iets hypocriets heeft. Dat betekent niet dat het probleem er niet voor veel mannen wél is, maar dat het voor de meeste mannen economischer, veiliger, “makkelijker” is om te laten voor wat het is.
Ik denk dat het ook een doel van dit boek is om mensen/mannen te doen inzien dat het feminisme niet uit is op overheersing door de vrouw of superioriteit ván de vrouw. Ik denk dat het ook probeert inzicht te geven in het vanuit eeuwenoude rigide sociale normen inperken van wat of wie een man mag zijn. Het lastige zit hem er denk ik in dat er voor mannen die het allemaal wel prima vinden zo weinig te halen valt in dit idee en dat dat precies het punt is. Vrouwen hebben niet die luxe en krijgen eerst een berg dingen aangeleerd, die ze vervolgens moeten afleren, om vervolgens eindelijk vanuit zichzelf te kunnen leven.
Theoretiseren is een, al heb je wellicht een hekel aan dit woord, privilege. Het feit dat jij of een andere man zo theoretisch naar het verhaal kunt kijken en het patriarchaat als abstractie kunt zien is omdat je het niet als een beperking in je dagelijkse realiteit ervaart. Daarmee doe jij niets fout, maar ik denk dat het wél belangrijk is om mee te nemen in een discussie over identiteit en maatschappij. Om aan je recentste video te linken: het stoïcisme wordt waarschijnlijk ook praktisch interessanter in een situatie waarin ondraaglijk lijden al een gegeven en een dagelijkse realiteit is.
Het subjectieve lijkt misschien minder waardevol, maar uiteindelijk is de maatschappij (waarin en waarover we ons proberen te informeren) niets anders dan een rijtje subjectiviteiten aan de wandel.
Dit typen kost mij bijvoorbeeld ook een enorme berg aan energie, terwijl het schrijven van een tekst over een onderwerp dat niet fundamenteel raakt aan hoe ik de werkelijkheid ervaar veel minder belastend zou zijn. Dat maakt het ook – helaas – heel moeilijk om het debat over een dergelijk onderwerp gelijkwaardig te voeren. Ik zou willen dat het kon, want dat zou betekenen dat het probleem zelf minder zwaar zou wegen. Ik hoor dit ook vaak gezegd worden over de enorme moeite die het kost om als persoon die er zelf last van heeft te moeten blijven ageren tegen racisme. Gezien de theoretische insteek van je recensie kan ik me voorstellen dat je de persoonlijke noten in mijn reactie misschien ziet als een zwaktebod, maar daar zou ik graag tegenin willen gaan.
Uiteindelijk is de manier waarop we abstract praten over de wereld gericht op het informeren van de grote (ethische) vragen waar we in de praktijk iets mee moeten. Ik zou dus willen pleiten voor het serieus nemen van die praktijk. Natuurlijk kun je geen boek of theorie kunt recenseren zonder uit te gaan van wat er in het boek staat. Ik zou het ook begrijpen als het je zus (ik ben me volledig bewust dat dit een aanname is) minder energie kostte om je dit boek cadeau te doen dan het zou kosten om iedere keer dat het onderwerp zich voor haar praktisch aandient de discussie aan te gaan over wat huidige sociale normen doen met mannen en vrouwen en met haar. Het is second-best, maar het is wel een manier om iets te zeggen als er zelf over spreken vermoeiend is. Misschien een minder nonchalante hint dan gedacht, maar misschien sla ik de plank ook volledig mis.
Mijn subjectiviteit in wat ik schrijf en hoe ik reageer op de boodschap en jouw subjectiviteit in wat jij schrijft en hoe jij reageert op dezelfde boodschap zijn allebei onontkoombaar. Maar maatschappelijk hebben ze niet dezelfde waarde en ik ben bang dat dat het punt is. Dat maakt niet dat mijn waarheid (of de waarheid van vrouwen) méér waar is (dan jouw waarheid, of die van mannen – kijk, daar ga ik alweer met het generaliseren). Het betekent wel dat er voor hen die willen leven vanuit begrip voor de medemens op dit gebied iets te ontdekken is dat niet ligt in boude beweringen of theorieën, maar in het gesprek met mensen om hen heen en in verhoogd bewustzijn van de ervaring van de ander.
Misschien dat dit boek dan toch niet geschreven had moeten worden, maar er was een nobele intentie. Misschien ook wel, want nu was er deze recensie en kan ik daarop reageren in wat het begin kan zijn van zo’n gesprek.
Ik vind het jammer dat de schrijver dit beeld heeft van feminisme en zo op deze manier ook deelt. Feminist zijn betekend niet je piemel voor de rest van je leven negeren en een ‘mens zijn’, want dat ben je toch al. Triest dat dit op de een of andere manier gepubliceerd is.
Wel is het interessant om te kijken naar de verschillen in ontwikkeling van kleine kinderen. Op begeven moment zullen kinderen oud genoeg zijn dat ze het verschil in de maatschappij tussen man en vrouw echt goed gezien hebben en zullen ze hier stevig in vast bijten. Zo kan een jonge meid echt boos worden op haar moeder als ze een broek aan heeft in plaats van een rok en is roze de enige acceptabele kleur. Dit is natuurlijk een stereotype maar er is veel onderzoek naar gedaan en dit is een fase waar ieder kind doorheen gaat, waar ze mannelijke en vrouwelijke karakteristieken zullen labelen en heel veel onbegrip zullen hebben voor de wereld wanneer de werkelijkheid niet naar dit beeld op leeft.
Gewoon een interessant stuk uit de ontwikkelingspsychologie dat relevant is voor het nurture aspect van dit verhaal. Verder heb ik tijdens datzelfde vak ook geleerd over de biologische verschillen in DNA die ervoor zorgen dat jongens agressiever zijn dan meiden. Zo zul je zien dat jongens van ongeveer dezelfde leeftijd als het vorige stukje liever spelen met een andere jongen, ook als deze een andere huidskleur heeft dan met een meisje die dezelfde huidskleur heeft als de eerste jongen. (Dit is ook iets wat te zien is in de ontwikkeling bij kinderen, dat ze graag spelen met kinderen die op hun lijken)
Nature en nurture gaan dus hand in hand, het zal nooit de een of de ander zijn, en de een remt de ander ook niet. Volledige bullshit dus.
Goed artikel, dit is absoluut een punt waar veel mensen de grens overschrijden, we zijn niet voor niets verschillend geboren. Persoonlijk vind ik het fijner om er met het yin-yang beeld naar te kijken en dan te zeggen dat sommige mannen hun yin gedeelte verder hebben ontwikkeld dan anderen en idem met sommige vrouwen. Punt blijft dat het in feite allemaal niet zou moeten uitmaken, be who you are no matter what . (en dat is makkelijker gezegd dan gedaan)
Wel jammer voor je zus, heeft ze je na dit artikel nog een boek durven geven?
‘We zijn niet voor niets verschillend geboren’ huh?
Floris, dank weer. Ik heb zoals altijd je nieuwbrief met groot plezier gelezen en extra moeten
gniffelen om dit artikel. Succes met je roman!
Leuk te horen en bedankt Andre.
We hebben gezien dat mannen en mannelijkheid een grote rol spelen bij uiteenlopende grote wereldproblemen zoals geweld, uitbuiting, onderdrukking, armoede en milieu.
Aha. Dus wereldproblemen zijn de schuld van mannen?
Goed stuk. Dank.
Bedankt, Peter!