Nergens is diegene die overal is.
Iedereen die leest kent het probleem: wat te lezen? Er is zoveel keuze.
Grote denkers gaven in het verleden al veelvuldig leesadvies. Wees zo selectief als een honingbij en lees de klassiekers, riep Basilius de Grote. Lees om jezelf te leren kennen: filosofie, poëzie en geschiedenis, schreef Montaigne. Lees vooral wat minder, zuchtte Schopenhauer.
Seneca (ca. 4 v.Chr. – 65 na Chr.), Romeins wijsgeer, behorende tot de Stoa, benadrukt in zijn Letters from a Stoic (Nederlands online) het belang van het blijven bij auteurs die je al kent:
Je moet kiezen voor vaste auteurs, daarbij blijven en je daarmee voeden als je er iets aan wilt ontlenen wat zich blijvend een plaats in je geest vindt. Nergens is diegene die overal is. Wanneer men zijn leven met zwerven doorbrengt draait het hierop uit dat men veel onderkomens overhoudt maar weinig vriendschappen; hetzelfde moet noodzakelijkerwijs overkomen aan diegenen die zich met niemands geest vertrouwd maken maar alles vluchtig en gehaast verslinden.
Voedsel dat meteen na het eten weer wordt uitgekotst heeft niets te bieden en voegt niets aan je lichaam toe; niets hindert de gezondheid zozeer als een herhaaldelijke verandering van geneesmiddelen; een wond waarop steeds weer andere geneesmiddelen worden uitgeprobeerd, wordt geen litteken; een plant die vaak verplaatst wordt gedijt niet; niets is zo nuttig dat het terloops tot voordeel strekt. Een overvloed aan boeken leidt slechts tot verstrooiing; daarom, omdat je ze toch niet allemaal kunt lezen die je hebt, is het voldoende om er zoveel te hebben als je kunt lezen.
Seneca, hier vertaald door Ben Bijnsdorp, gaat verder en houdt rekening met het mogelijke bezwaar dat je af wilt wisselen:
‘Maar’, hoor ik je zeggen, ‘ik wil nu eens dit boek opslaan, dan weer dat’. Het is typisch voor een bedorven maag om aan alles te proeven; en wanneer dat uiteenlopend en verschillend is, verpest het maar voedt het niet. Lees daarom altijd beproefde schrijvers, en als je soms wel eens een uitstapje naar anderen wilt maken, keer dan toch weer naar de eersten terug. Zoek dagelijks wat hulp tegen de armoede, tegen de dood, evenzo tegen andere vormen van ellende; en wanneer je er veel ontmoet hebt, pluk er dan één uit om die dag klaar te maken.
De Brieven aan Lucilius lezen zeer prettig en vloeien over van de praktische ideeën. Het is met name geschikt om af en toe eens in te kijken, en minder om van kaft tot kaft te lezen. In zijn brieven schrijft hij ook over de relatie tussen alleen zijn en geluk. Bekijk daarnaast ook wat Seneca zegt over het verkwisten van ons kostbaarste bezit: onze tijd.